Shit! Schrijf ik een
stukje tegen de dreigende kap van 23 populieren in het parkje om de hoek. Betoog
ik dat die oude reuzen heus niet omwaaien bij het eerste het beste stormpje, zoals
de gemeente suggereert. Tuf ik de volgende dag door het parkje, blijkt mijn pad
versperd door een net omgevallen populier...
De boom is op anderhalve meter boven de grond doormidden
geknakt. Zo te zien was hij nog niet oud en opgeleefd. Maar kennelijk was hij wél
verzwakt. Net als de 23 populieren die de gemeente uit voorzorg wil omzagen.
Sta ik mooi met mijn mond vol tanden.
Mijn eega schudt haar hoofd als ze hoort hoe mijn betoog
werd verpletterd door een omgevallen populier, “Dat komt de gemeente goed uit,”
zegt ze. “Het kan bijna geen toeval zijn.” Ik val haar dankbaar om de hals. Natuurlijk,
het was geen toeval, maar een opzetje!
Ik zie het helemaal voor me. Mijn protestblogje leidde tot spoedberaad
op het gemeentehuis. Het kapproject wankelde. Hoe te handelen? De verzamelde
ambtenaren zuchtten en kreunden en lieten de ene koffiekan na de andere
aanrukken, maar kwamen er niet uit. Tot de Beheerder
Bomen van de Sector Realisatie,
Beheer en Toezicht met een koffielepeltje tegen een waterglas tikte: hij
had een Plan.
Die avond na zonsondergang togen vier sterke mannen met zwarte
bivakmutsen op naar het Genderpark en zochten een geschikte boom uit. Niet te
dik en niet te oud, had de Beheerder Bomen gezegd, dan viel het minder op. In
het halfduister – het was volle maan – klom de lenigste van de vier in de
uitverkoren boom en maakte bovenin een touw vast aan de stam. Toen hij weer beneden
was, trok hij met een collega het touw strak. De twee anderen plaatsten hun gespierde
armen tegen de boom. Er klonk een kort fluitsignaal en toen werd er getrokken
en geduwd dat het een aard had. Na een vol uur gaf de boom eindelijk toe, brak
krakend doormidden en vlijde zijn kruin neer op de grond. De mannen sjorden
totdat het gebladerte goed lag en het fietspad volledig versperde. Zwijgend
sloegen ze high fives en verdwenen in
de nacht.
Zo is het gegaan en niet anders. Denk ik. Hoewel? Helemaal
zeker ben ik toch niet. Ik rijd naar het park om de toestand nog eens in me op
te nemen. Er blijkt geen spoor, geen blad, geen tak meer te vinden van de
gevallen populier. Alle bewijsmateriaal verdwenen! Alsof er niets gebeurd is en
ik alleen maar goed in de war ben.
Dan doemt tussen de struiken de rest van een afgezaagde stam
op, met vers zaagsel eromheen. Het corpus delicti. Zie bijgaande foto. Wat het precies te
betekenen heeft, weet ik nog niet, maar het heeft alles van een complot, een
vuile intrige, een regelrecht schandaal. Maar zal de waarheid ooit, óóit aan
het licht komen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten