donderdag 31 januari 2013

Op Facebook viert de jaloezie hoogtij




Sociale media, Facebook voorop, lijken wel wat op drugs: je gebruikt ze voor je plezier, maar houdt er vaak een kater aan over.
Dat valt af te leiden uit onderzoek naar het gebruik van Facebook onder bijna 600 Duitse studenten. De Humboldt-Universiteit en de TU Darmstadt stelden onlangs vast dat het steeds maar bekijken van berichten op Facebook leidt tot veel jaloezie. Wie voortdurend leest hoe plezierig zijn digitale vrienden leven, voelt zich vaak afgunstig en ontevreden, omdat hij het zelf niet zo goed voor elkaar heeft. Vooral berichten over vakanties en vrijetijdsbesteding zorgen voor na-ijver.

Van alle jaloezieverwekkende ervaringen komt eenvijfde voor rekening van Facebook, hebben de onderzoekers berekend. Het medium speelt volgens hen dan ook een ‘kolossale’ rol in het emotionele leven van zijn gebruikers.

Sociaal kapitaal
Facebook, aldus de onderzoekers, presenteert een verbazende rijkdom aan sociale informatie, waardoor gebruikers op de hoogte blijven van elkaars wederwaardigheden. Via een slordige 30 miljard berichten per maand verbreden Facebookgebruikers hun horizon en vergroten ze hun sociale kapitaal. Al die gegevens vormen ook een basis voor onderlinge vergelijking op een schaal die geen precedent kent.

Maar de enorme groei van het medium kent ook een schaduwkant. Uit het Duitse onderzoek blijkt dat gebruikers weliswaar voortdurend hengelen naar persoonlijke nieuwtjes, maar daar ook geïrriteerd door raken. Gevraagd naar hun recentste bezoek aan Facebook, bleek 44 procent positief en liefst 37 procent negatief gestemd. De onvrede bestond vooral uit verveling, ergernis, eenzaamheidsgevoelens en frustratie, bijvoorbeeld over een eigen bericht dat maar weinig ‘likes’ krijgt.

Prietpraat en grootspraak
Net wat ik dacht, gromde ik toen ik de uitkomsten van de Duitse studie bekeek. Zelf heb ik me een paar weken na mijn aanmelding op Facebook alweer afgemeld (wat nog een hele klus bleek). Ik begreep wel dat het een handig venster op je wijde omgeving is, maar zag mijn nieuwsgierigheid naar anderen al gauw verdrinken in een zee van ditjes en datjes waar ik helemaal niet naar taalde.

Behalve prietpraat leveren Facebookers ook heel wat grootspraak, noteren de Duitse wetenschappers. Ze komen vrijwel alleen met zonnige berichten die de suggestie wekken dat hun leven één groot feest is. Dat stemt anderen afgunstig. In reactie daarop schroeven anderen hun belevenissen ook op, zodat er volgens de onderzoekers een envy spiral, een ‘jaloeziespiraal’ ontstaat.

Dat we ons mooier voordoen dan we zijn, is oud nieuws. Maar dat we daar 30 miljard keer per maand intrappen, is toch een beetje onthutsend.

dinsdag 29 januari 2013

Succes dankzij de crisis




Je staat er niet zo gauw bij stil, maar er zijn allerlei instanties die bloeien dankzij de economische crisis.
 
Zo las ik het bericht dat het recordaantal faillissementen van vorig jaar gouden tijden met zich meebrengt voor veilinghuizen. Het CBS meldde dat in 2012 bijna eenvijfde meer bedrijven en particulieren over de kop zijn gegaan dan het jaar daarvoor. Bijgevolg krijgen veilingen meer boedels onder de hamer.
 
Tussen de kopers op die veilingen zitten natuurlijk ook commerciële partijen, die hun brood verdienen door de opgekochte boedelspullen weer op de markt brengen. Met aanzienlijk meer gedwongen executies stijgt hun omzet navenant.
In dezelfde sector doen ook curatoren goede zaken. Zij moeten immers steeds meer faillissementen afwikkelen (tegen een standaarduurtarief van ongeveer 200 euro). De incassobureaus, vaak voorbodes van een bankroet, draaien eveneens overuren, want het eerste dat wankelt bij minder inkomsten is de betalingsmoraal.

Oprotpremie
Waar bedrijven saneren, vallen doorgaans ontslagen. De slachtoffers wenden zich nogal eens tot een advocaat of een vakbondsjurist om een flinke ontslagvergoeding uit de wacht te slepen, zodat deze juristen ook hun voordeel doen met de economische malaise. En de betrokken afvloeiers kloppen vervolgens aan bij banken en financiële adviesbureaus om hun oprotpremie zo profijtelijk mogelijk te stallen, zodat die ook werk en omzet binnenhalen dankzij de crisis. Al staat daar tegenover dat banken weer geld verliezen door failliete klanten en een dalende hypotheekomzet.

Het zal nauwelijks te traceren zijn, maar het is heel aannemelijk dat ook in de zorgsector de crisis extra werk oplevert. Heel wat mensen raken door financiële tegenslag en problemen op het werk overspannen of depressief en doen dan een beroep op zorgverleners, variërend van de huisarts en de psycholoog tot de fysiotherapeut en de specialist.

Veel minder scheidingen
In moeilijke tijden maakt menigeen liever pas op de plaats. Men verhuist niet naar een mooiere woning, maar knapt het oude huis liever op. In de bouw mag het slecht gaan, maar klusbedrijven houden wel werk. Hetzelfde geldt voor de auto: de verkopers klagen, maar de reparateurs hebben het druk. Zo wordt er ook beduidend minder gescheiden, liet het Belgische notariaat onlangs weten: in tien jaar tijd zagen zij het aantal echtbreuken halveren. Minder werk voor de notaris, maar méér voor de relatietherapeuten die worden ingeschakeld om huwelijken alsnog te redden.

In feite moeten we uitzien naar de eerste berichten over veilinghuizen en curatoren in moeilijkheden: tekenen dat we uit het dal komen.

zaterdag 26 januari 2013

Hoe handig is een handicap?




Als elk nadeel ook wel een voordeel oplevert, zoals sommige wijsgeren beweren, geldt dat dan ook voor medische manco’s? Hoe handig is een handicap?

De nadelen van een haperende gezondheid zijn duidelijk: je kunt niet wat je wilt en ervaart last en ongemak. Hoe wankeler je gestel, hoe sterker deze bezwaren zich doen gelden. Daar valt bezwaarlijk iets rooskleurigs in te ontdekken.

Met enige moeite kom ik toch op een paar plussen. Mensen die door fysieke of psychische factoren niet goed mee kunnen met de maatschappij, zien zich gedwongen in allerlei opzichten langzamer te leven. Dat is wel eens hinderlijk en onaangenaam, maar die traagheid levert ook iets goeds op: tijd.

Dit klinkt tegenstrijdig, want traagheid lijkt vooral tijd te kosten. Maar wie zich niet haast, heeft meer gelegenheid om te luisteren, te kijken en te ervaren. Zoals de wandelaar zijn omgeving beter in zich opneemt dan de wielrenner, zo beleeft de onthaaste mens ook meer dan de gejaagde. Snelheid vergt concentratie die niet aan andere onderwerpen kan worden besteed, traagheid daarentegen snoept geen aandacht op en biedt dus ruimte aan de waarneming.

Een flink nadeel is dat naarmate een medisch euvel nijpender wordt, de mogelijkheid om arbeid te verrichten slinkt. De één is te labiel voor de vaste structuur van een dienstverband, een ander komt energie te kort, de volgende heeft te veel functionele beperkingen om nog in een job te passen. Daar staat echter tegenover dat banen en hard werken ook weer nadelen in zich dragen: je kunt er burnouts, hartinfarcten, zenuwtoevallen en echtscheidingen aan overhouden. Minder (hard) werken pakt wat dat betreft voordeliger uit.

Sommige mensen vinden dat zij door hun mankementen bewuster zijn gaan leven, meer op de kwaliteit van het leven letten en aandachtiger met intimi omgaat. Voor zulke mensen heeft het medische nadeel stellig een existentieel voordeel gebracht. 

Maar ja, maar ja. Het mag troostend zijn dat elke medaille twee kanten heeft, maar als zieken en gehandicapten zouden kunnen kiezen, zouden ze hun medaille vermoedelijk allemaal het liefst kwijt zijn.

woensdag 23 januari 2013

Oei, bijna de maand van de spiritualiteit vergeten




De maand van de spiritualiteit is alweer bijna voorbij en ik heb nog geen moment bij het onderwerp stilgestaan.
 
Nou is die maand wel aan de korte kant – hij duurt van 11 tot en met 26 januari –, maar dat mag de gêne niet drukken. Ben ik al zo materialistisch en rationalistisch geworden, dat er weken voorbij kunnen trekken zonder dat ik een beetje de geest krijg en me even met het onstoffelijke bezighoud?

Goed, op de valreep dan maar. Spiritualiteit dus. Het is een begrip met een januskop voor mij. Het ene gezicht is dat van de vromen en de sterrenkijkers, de zachte krachten wier goede bedoelingen verdwijnen achter woorden met veel nevel en galm. Ik herken dat gezicht de enkele keer dat ik nog eens een kerkdienst meemaak en luister naar verhalen die ik wel versta maar die me niet bereiken. En ook als ik esoterische lectuur onder ogen krijg en lees hoe mensen zichzelf bewieroken als zekere kenners van de existentiële mysteries.

Het andere gezicht trekt me meer aan. Dat is het gezicht van de peilers en de peinzers, de bespiegelaars die niet genoeg hebben aan de nuchterheid en de logica, maar die zich uitrekken om verder te kijken, voorbij het bekende, achter de horizon, boven de wolken zelfs. Er schuilt poëzie in dit zoeken naar hoe het zit met het leven. Het gaat nu eens niet over koopkrachtplaatjes of dopinggebruik of soapsterren, maar over zin, betekenis, dimensie, diepte. Meer over wat, hoe en waarom, dan over wie, waar en hoeveel.

Misschien begin ik nu ook al te galmen, maar zo onaards zijn die vragen eigenlijk niet. Ze dienen zich aan bij elke geboorte en elk sterven, bij rampen en verliefdheden, bij raadsels en teleurstellingen. Hoe kan dat toch? Wat is de zin ervan? Waarom ik of waarom zij? De letterkunde wemelt van zulke levensvragen en mogelijke antwoorden erop. Kunstschilders, popzangers, toneelspelers, balletdansers: allemaal zoeken ze naar drijfveren en geheimen. En de Sixtijnse Kapel, de Blauwe Moskee en de Borobudur blijven massa’s bezoekers betoveren als monumenten van spiritualiteit.

Genoeg hierover, want het thema van deze spirituele ‘maand’ is stilte, en laat ik daar maar bij aansluiten. En trouwens: waarschijnlijk is stilte het enige antwoord op de grote vragen.

maandag 21 januari 2013

Gezocht: poetshulp voor de bovenkamer


Op mijn pc draait een programma dat de harde schijf van tijd tot tijd een grondige schoonmaakbeurt geeft. Zo’n poetshulp zou je ook moeten hebben voor je eigen harde schijf: de grijze cellen van je bovenkamer. 

Ik ben bepaald geen whizzkid, maar begrijp toch wel dat een computer langzaamaan vervuilt. Programma’s laten er tijdelijke gegevens achter, die het systeem trager maken en gemakkelijker laten vastlopen. Ook kunnen oude commando’s zorgen voor conflictjes die de prestaties en stabiliteit van de computer verlagen. Een onderhoudsprogramma vlooit de harde schijf na op zulke ongerechtigheden en zet ze op een lijstje. Na een eenvoudige enter ter goedkeuring wordt de zaak opgeruimd. En voilà, de pc is sneller, schoner en veiliger.

Nou, zo’n hulp zou ook handig zijn voor het op orde houden van je eigen bovenkamer. Stel je voor dat je eens in de week een zekere Harry op bezoek krijgt voor periodiek onderhoud. Hij neemt met je door wat je die week zoal hebt uitgevoerd. Van sommige zaken ben je enigszins in de war geraakt en andere zitten je nog dwars omdat je ze niet helemaal hebt opgelost. Harry weet raad en regelt een en ander, zodat je met een schone lei verder kunt. 

Waren er de afgelopen week ook diverse belevenissen die je liever niet met je mee wil blijven sjouwen? Die gaan in Harry’s grote vuilnisbak. Nestelden zich stiekeme verleiders in je kop, die je tot onnodige uitgaven wilden verleiden of anderszins op je geld uit waren? Harry ranselt ze jouw tempel uit. Loopt je geheugen een beetje over van alle informatie die zich deze week aandiende? Harry wappert met zijn plumeau en optimaliseert je herinneringsvermogen. En raakte je weer eens geneigd met het verkeerde been uit bed te stappen? Harry weet je opstartproblemen in een oogwenk te fiksen.  

Harry biedt zelfs nog aan je geschiedenis te wissen, inclusief alle sporen die je hebt achtergelaten op je zoektocht door het leven. Dank, Harry, maar dat is wat al te ijverig. Maar als je me van mijn malware af zou kunnen helpen, dan graag.




vrijdag 18 januari 2013

Wat aardig dat u dit leest



Wat ook al aan het uitsterven is: dankbaarheid. In religieuze kringen is het begrip nog wel in zwang, maar daarbuiten leidt het maar een ijl leventje. De geschiedenis staat er bol van, hele kathedralen zijn ermee gebouwd en vele liederenboeken volgeschreven, en nu is het zo goed als afgedankt – toch een beetje vreemd.  

Het zal te maken hebben met de nog steeds voortschrijdende secularisering van de maatschappij. Dankbaarheid is de houding van een ontvanger ten opzichte van een gever, maar wie moet je danken als je niet meer gelooft in een almachtige Grote Gever?  

Parallel aan de neergang van het geloof voltrok zich de emancipatie van het individu tot een kritische, assertieve persoon die zich nog maar amper de wet laat voorschrijven en die zelf vele rechten claimt. Ook dat is een opstelling die haaks staat op dankbaarheid: we hebben recht op wat we ontvangen. Dat straalt de veelverdiener uit als zijn topinkomen ter discussie staat, maar ook de serveerster in een restaurant die onlangs mijn toch niet kinderachtige tip zonder enige reactie in ontvangst nam. De maatswchappelijke nivellering speelt daarbij ook nog een rol: de gever moet niet denken dat hij meer voorstelt dan de ontvanger. 

In plaats van dankbaarheid is er juist een breed uitgewaaierde verongelijktheid over de samenleving gekomen. Menigeen die zich gefnuikt voelt in zijn rechten en niet krijgt wat hem – denkelijk – toekomt, reaguurt zich af in kribbige tweets en haatmails. Zelfs hulpverleners en vrijwillige helpers moeten rekening houden met geweld als ze niet helemaal en prompt voldoen aan de verwachtingen van het publiek. Hoewel ze toch echt zouden mogen rekenen op erkenning en erkentelijkheid voor hun inzet. Minstens één grensrechter in het voetbal kan daar inmiddels al niet meer over meepraten. 

Goed, het is de tijdgeest, en die zal ook wel weer eens een andere kant opwaaien. Het hoeft niet te verbazen als er op den duur weer een tijdeigen vorm van dankbaarheid opduikt. Een dankbaarheid die zich niet meer richt tot een gever, maar die zich focust op het geschenk. Een dankbaarheid zonder het gevoel in het krijt te staan, eerder een diepe notie van voldoening en plezier. Mooi dat dit gebeurt. Heerlijk dat je er bent. Wat goed dat wij dit meemaken. Het yes-moment. Ik ga vast oefenen. 

Wat aardig dat u dit stukje las.

woensdag 16 januari 2013

Stedelijk leven: liefst een loft





Een man van een jaar of vijfentwintig bekijkt het half afgebladderde betonnen plafond, behangen met pijpen en leidingen, en schudt het hoofd: “Jammer dat ze dat niet afgewerkt hebben.” Zijn metgezellin kijkt hem ongelovig aan: “Dat hoort nou juist bij industrieel wonen.”  

Een zonnige zaterdag. Open dag in Gerard en Anton, twee enorme fabriekspanden in het hippe Eindhovense stadsdeel Strijp S. De gebouwen, daterend van de jaren twintig van de vorige eeuw, zijn verbouwd door de architectenbureaus Diederendirrix en Jo Coenen Architects. Samen hebben zij hier 244 huurlofts gerealiseerd. Die worden komend voorjaar opgeleverd. 

Toekomstige bewoners lopen de hoge, rauwe ruimtes al in gedachten in te richten; oud-werknemers herbezoeken verwonderd de vloeren waar zij vroeger machines bedienden en onderdelen assembleerden. De plafonds weten nog van die tijd, net als de goederenliften, sommige trappenhuizen, zware stalen deuren en andere industriële details. 

Dwalend door de hoge, witte fabrieksgebouwen begrijp je snel waarom loftwonen zo populair is, van New York tot Londen en Hamburg, en nu dus ook Eindhoven. De ongepolijste sfeer en de ongewone ruimtelijkheid spreken veel sterker tot de verbeelding dan kant-en-klaar-architectuur met standaardmaten en standaardtoepassingen. En met zijn stucloze draagbalken, zijn verfresten, zijn betonijzers, met al die souvenirs uit de twenties, verbindt een loft het verleden met de toekomst en oud werk met nieuw leven. 

De architecten hebben goed begrepen dat modern comfort en industriële erfenis hier een verbintenis aan moesten gaan. De keukenblokken en sanitaire kubussen passen net als de algemene verlichting goed in die gemengde sfeer. Het gemis van balkons is opgelost doordat bovenop Anton en Gerard flinke daktuinen met terrassen zijn aangebracht; de berken kunnen wel vijf meter worden. Het is daar zo’n 30 meter hoog, dus het uitzicht is riant.  

Regelrecht opzienbarend zijn de ovaalvormige trappenhuizen die Diederendirrix in gebouw Anton heeft gerealiseerd. Ze brengen overal in het gebouw licht en beweging en zorgen bovendien voor weergaloze doorkijken en allerlei lijnenspel dat voortdurend blijft fascineren. Architecturale kunst. De kale huurprijzen voor al dat fraais zijn overigens betaalbaar gebleven: 435 tot 600 euro per maand voor respectievelijk 50 en 80 vierkante meter.

Anton en Gerard staan niet op zichzelf, maar maken deel uit van de herontwikkeling van heel Strijp S, een industrieterrein van 27 hectare, niet ver van het centrum van Eindhoven. Diverse voormalige fabrieken zitten daar nu al tjokvol eenlingen en bureautjes die merendeels opereren op het snijvlak van toegepaste kunst en technologie. En daarmee staat Strijp S ook niet op zichzelf, want Eindhoven profileert zich meer en meer als laboratorium voor design en high tech. Meer daarover in het nieuwe nummer van HP/De Tijd, dat vandaag verschenen is.