woensdag 24 juni 2015

De malle ‘servicekosten’ van Muziekgebouw Eindhoven


 

 
Mooie CD gedraaid. Me afgevraagd of de muzikanten dit seizoen ook mijn woonplaats aandoen. De site van het plaatselijke concerthuis bezocht. Inderdaad, ze komen en er zijn nog plaatsen. Met enig inloggedoe kaartjes besteld. Bleek de digitale kassa van Muziekgebouw Eindhoven naast de entreebewijzen € 3 ‘servicekosten’ in rekening te brengen.  

Dat was niet voor het eerst, maar het was wel de eerste keer dat het me opviel. En verbaasde. Want servicekosten? Over welke service ging het dan wel? De enige dienst die er zojuist geleverd was, bestond uit werk dat ik het Muziekgebouw uit handen nam. Ik had het programma doorgevlooid, plaatsen uitgekozen, administratieve handelingen verricht, een wachtwoord gegenereerd, ingelogd, allerlei bancaire taken verricht en het Muziekgebouw aldoende minimaal een receptionist, een gastvrouw en een caissière uitgespaard – en vervolgens moest ik betalen voor de service die ik zelf had verleend? Het ging slechts om drie euro, maar dat waren er wel drie te veel. Die ‘service’ was natuurlijk een schijnpost om de toegangsprijs cosmetisch een beetje te drukken. 

Het bracht me wel op een idee. Hoeveel kosten maakte ik allemaal om een avondje cultuur op te snuiven? Printen van de toegangsbewijzen: € 0,50. Kostuum stomen: € 7,50. Koffie vooraf, wijn na: € 6. Drie uur parkeren: € 9. Gederfde tijd: drie uur à € 60. Totaal: € 203. Daarop worden mijn € 3 ‘servicekosten’ weer in mindering gebracht, zodat mijn vordering uiteindelijk precies € 200 bedraagt. Maar niet heus, want ik draag het Muziekgebouw een warm hart toe en zal het niet zal laten opdraaien voor zaken die ik vanzelfsprekend vind. 

Met andere woorden, directeur Wim Wringer, bewijs uw bezoekers een dienst en schrap die malle post ‘servicekosten’ toch eens.

 

 

donderdag 18 juni 2015

Gezakt op de smartphone

Omdat ik een deel van mijn blogs ga bundelen en keuzes moest maken, bladerde ik de laatste tijd door heel wat oude kopij. Dat viel nog niet mee. Het was alsof ik bij mezelf op herexamen moest en vijf van de zes keer zakte.

Eén van de stukjes die het niet haalden, had als kop: Hoera, voor mij geen smartphone. Het dateerde van bijna drie jaar geleden; ik legde uit dat ik heus wel de voordelen van de slimme telefoon zag, maar dat die voor mij niet opwogen tegen het grote nadeel van de permanente onrust die je met zo’n ding je broekzak binnenhaalde. Ik hoefde niet zo nodig de godganse dag te communiceren met kantoor, bank of mijn >500 ‘vrienden’.

Een goed jaar later was ik natuurlijk volop aan de smartphone. Al hoefde ik nog steeds niet de godganse dag te communiceren et cetera, het leven bleek toch net wat gemakkelijker mét dan zonder digitaal hulpje.  

Gezakt dus bij het herexamen. Intussen rees er wel een vraag. Want hoe duurzaam zijn opinies eigenlijk? Hoe slijtvast is mijn stelligheid? Ben ik het morgen nog wel eens met wat ik vandaag beweer? En als dat nou eens niet zo is? Doet mijn mening er minder toe als die veranderlijk blijkt?

Komen de vervolgvragen. Was ik wel voldoende geïnformeerd toen ik mijn standpunt ventileerde, had ik alle nuances en pro’ en contra’s wel afgewogen, had ik goed genoeg nagedacht? Anderzijds: hoeven we dan alleen opinies van welingelichte kringen serieus te nemen? Heeft de best-geïnformeerde per se de meest valide zienswijze? Maar hoe kunnen de meest ingevoerde insiders dan toch tot tegengestelde standpunten komen?

Ingewikkeld allemaal. Ik denk dat ik het voortaan maar bij voorlopige visies houd. Dat stukje over de smartphone zou ik nu beginnen met: Hoera, voor mij nog even geen smartphone Om dan een tijdje later te kunnen updaten met: Hoera, ik ga de smartphone testen en Hoera, de smartphone bevalt vooralsnog. Tijdelijke meningen die zichzelf niet snel achterhalen.

Maar voorlopig concentreer ik me maar even op mijn aanstaande boekje. Presentatie bij de Eindhovense boekhandel Van Piere op 28 juni!

 

 

 

 

zondag 14 juni 2015

Van blog naar boek


Dit zijn mooie tijden voor mijn ego. Net nog wat vrienden uitgenodigd voor de filmopnames – zaterdag 20 juni in het Eindhovense Natlab – van het theaterproject Half the Horizon, waaraan ik heb meegewerkt. En de laatste hand gelegd aan een fijn projectje: het bundelen van de blogs die ik tot dusver alleen op internet publiceerde.

 Hub Dohmen van Content People, die de bundel produceert, kwam al langs met een proefboek, en dat proefde goed, namelijk naar boek. Als je zoals ik al even in het vak zit, bestaat een publicatie pas echt als die gedrukt is met heuse inkt op heus papier. Nog een paar punten en komma’s verschuiven en dan kan de kopij naar de drukker.

Vervolgens komt het feestelijkste moment eraan: de presentatie van de bundel in de Eindhovense boekhandel Van Piere, compleet met muzikanten en een inleider. De doop is vrij toegankelijk, dus voel u welkom en grijp uw agenda: zondagmiddag 28 juni om 14.00 uur, Van Piere, Nieuwe Emmasingel 44, Eindhoven!



zaterdag 6 juni 2015

Portret met portret


 
Fotograaf Jos Lammers over de vloer, want er is een vers plaatje nodig voor een op handen zijnde publicatie. Daarover binnenkort meer; nu eerst een paar regels over die foto.  

Ik ken Jos al even, een jaar of vijfendertig geloof ik, maar ik kijk toch weer op van zijn doorleefde fotokoffertje. Toen we net samen op reportage gingen, zag dat koffertje er al uit alsof het de hele wereld rond was geweest, en nu dat inderdaad een feit is, oogt het werkelijk stokoud en der dagen zat. Het leren handvat is al bezweken en heeft plaatsgemaakt voor een geïmproviseerde greep van grasgroen geplastificeerd wasdraad.  

Er komt een enorme lens uit het koffertje en ik word de tuin in gedirigeerd voor een eerste shoot. Dan wil Jos ook nog een variant binnenshuis. Zijn oog valt op een portret dat de Eindhovense kunstenaar Cornelis le Mair eens van me schilderde, een stemmig profiel, nogal terughoudend voor zijn doen – de maestro wil nogal eens uitpakken met draperieën en plooien. De dubbeling levert een mooi beeldrijm op, zie ik als ik een paar dagen later de foto’s onder ogen krijg. Portret met portret. Het ene medium over het andere.

Het echoënde portret brengt ook twee tijden in beeld, realiseer ik me, want de foto is van nu en het doek van negen jaar geleden. Negen jaar is een vingerknip vergeleken met de eeuwigheid, maar kan in een mensenleven de wereld op zijn kop zetten. Negen jaar geleden had ik nog amper last van onwillige organen; sindsdien ben ik duizenden longblaasjes en een prostaat armer en een lange kunstader rijker. Er ligt een invalidenparkeerkaart achter mijn voorruit en een rollator in de kofferbak. Ik ben geabonneerd op allerlei zorgverleners en een aanwinst voor mijn apotheek. 

Mijn hoofd op het doek heeft nog geen weet van wat er allemaal staat te gebeuren. Mijn gefotografeerde hoofd daarentegen heeft het allemaal meegemaakt en is er nog vol van. Niettemin verschillen ze niet erg van elkaar, het wetende en het onwetende hoofd. Het haar wat grijzer, de bril wat strakker, dan houdt het wel op. Zo zie je maar weer: je kunt wel naar iemands kop kijken, maar niet erin.