Eén van de stukjes die het niet haalden, had als kop: Hoera, voor mij geen smartphone. Het
dateerde van bijna drie jaar geleden; ik legde uit dat ik heus wel de voordelen
van de slimme telefoon zag, maar dat die voor mij niet opwogen tegen het grote
nadeel van de permanente onrust die je met zo’n ding je broekzak binnenhaalde.
Ik hoefde niet zo nodig de godganse dag te communiceren met kantoor, bank of
mijn >500 ‘vrienden’.
Een goed jaar later was ik natuurlijk volop aan de
smartphone. Al hoefde ik nog steeds niet de godganse dag te communiceren et
cetera, het leven bleek toch net wat gemakkelijker mét dan zonder digitaal
hulpje.
Gezakt dus bij het herexamen. Intussen rees er wel een vraag.
Want hoe duurzaam zijn opinies eigenlijk? Hoe slijtvast is mijn stelligheid? Ben
ik het morgen nog wel eens met wat ik vandaag beweer? En als dat nou eens niet
zo is? Doet mijn mening er minder toe als die veranderlijk blijkt?
Komen de vervolgvragen. Was ik wel voldoende geïnformeerd
toen ik mijn standpunt ventileerde, had ik alle nuances en pro’ en contra’s wel
afgewogen, had ik goed genoeg nagedacht? Anderzijds: hoeven we dan alleen
opinies van welingelichte kringen serieus te nemen? Heeft de best-geïnformeerde
per se de meest valide zienswijze? Maar hoe kunnen de meest ingevoerde insiders
dan toch tot tegengestelde standpunten komen?
Ingewikkeld allemaal. Ik denk dat ik het voortaan maar bij
voorlopige visies houd. Dat stukje over de smartphone zou ik nu beginnen met: Hoera, voor mij nog even geen smartphone
Om dan een tijdje later te kunnen updaten met: Hoera, ik ga de smartphone testen en Hoera, de smartphone bevalt vooralsnog. Tijdelijke meningen die
zichzelf niet snel achterhalen.
Maar voorlopig concentreer ik me maar even op mijn aanstaande
boekje. Presentatie bij de Eindhovense boekhandel Van Piere op 28 juni!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten