Een man van een jaar of vijfentwintig bekijkt het half
afgebladderde betonnen plafond, behangen met pijpen en leidingen, en schudt het
hoofd: “Jammer dat ze dat niet afgewerkt hebben.” Zijn metgezellin kijkt hem
ongelovig aan: “Dat hoort nou juist bij industrieel wonen.”
Een zonnige zaterdag. Open dag in Gerard en Anton, twee
enorme fabriekspanden in het hippe Eindhovense stadsdeel Strijp S. De gebouwen,
daterend van de jaren twintig van de vorige eeuw, zijn verbouwd door de
architectenbureaus Diederendirrix en Jo Coenen Architects. Samen hebben zij hier
244 huurlofts gerealiseerd. Die worden komend voorjaar opgeleverd.
Toekomstige bewoners lopen de hoge, rauwe ruimtes al in
gedachten in te richten; oud-werknemers herbezoeken verwonderd de vloeren waar
zij vroeger machines bedienden en onderdelen assembleerden. De plafonds weten
nog van die tijd, net als de goederenliften, sommige trappenhuizen, zware
stalen deuren en andere industriƫle details.
Dwalend door de hoge, witte fabrieksgebouwen begrijp je
snel waarom loftwonen zo populair is, van New York tot Londen en Hamburg, en nu
dus ook Eindhoven. De ongepolijste sfeer en de ongewone ruimtelijkheid spreken
veel sterker tot de verbeelding dan kant-en-klaar-architectuur met
standaardmaten en standaardtoepassingen. En met zijn stucloze draagbalken, zijn
verfresten, zijn betonijzers, met al die souvenirs uit de twenties, verbindt
een loft het verleden met de toekomst en oud werk met nieuw leven.
De architecten hebben goed begrepen dat modern comfort en
industriƫle erfenis hier een verbintenis aan moesten gaan. De keukenblokken en
sanitaire kubussen passen net als de algemene verlichting goed in die gemengde
sfeer. Het gemis van balkons is opgelost doordat bovenop Anton en Gerard flinke
daktuinen met terrassen zijn aangebracht; de berken kunnen wel vijf meter
worden. Het is daar zo’n 30 meter hoog, dus het uitzicht is riant.
Regelrecht opzienbarend zijn de ovaalvormige
trappenhuizen die Diederendirrix in gebouw Anton heeft gerealiseerd. Ze brengen
overal in het gebouw licht en beweging en zorgen bovendien voor weergaloze
doorkijken en allerlei lijnenspel dat voortdurend blijft fascineren.
Architecturale kunst. De kale huurprijzen voor al dat fraais zijn overigens
betaalbaar gebleven: 435 tot 600 euro per maand voor respectievelijk 50 en 80
vierkante meter.
Anton en Gerard staan niet op zichzelf, maar maken deel
uit van de herontwikkeling van heel Strijp S, een industrieterrein van 27
hectare, niet ver van het centrum van Eindhoven. Diverse voormalige fabrieken
zitten daar nu al tjokvol eenlingen en bureautjes die merendeels opereren op
het snijvlak van toegepaste kunst en technologie. En daarmee staat Strijp S ook
niet op zichzelf, want Eindhoven profileert zich meer en meer als laboratorium
voor design en high tech. Meer daarover in het nieuwe nummer van HP/De Tijd,
dat vandaag verschenen is.