Het was nog een heel gevecht, maar uiteindelijk heb ik gewonnen: ik heb de iPhones, Galaxy’s en Blackberry’s uit huis kunnen houden.
Toen mijn TomTom begon te sukkelen, kreeg ik de eerste aanvechtingen om toch ook maar eens aan een smartphone te beginnen. Waarom een nieuw navigatiesysteem voor de auto aanschaffen, als je ook een handcomputertje kunt kopen waarmee je ook op de fiets en te voet een route kunt vinden en bovendien kunt telefoneren, fotograferen, e-mailen, internetten, agenderen, muziek beluisteren, filmpjes bekijken, tekstverwerken, bankieren en je vermaken met games?
Ik visualiseerde dat rijtje mogelijkheden en zag mezelf prompt
in de grootste steden en de verste windstreken met mijn nieuwe wonderapparaatje
snapshots maken, communiceren met mijn secretaresse (mijn wat?), de weg naar Hamelen zoeken, mijn honoraria inspecteren, een
spelletje Angry Birds spelen, nieuwtjes van bekenden bekijken en tussendoor op
een bankje in een of ander Central Park stukjes als het onderhavige tikken. Man
van de wereld, man van zijn tijd – het geluk lag voor het grijpen.
Manmoedig ging ik me oriënteren. Voorlopig eerst veilig
via Google en niet in de elektronicawinkel, want daar ben je als leek maar
overgeleverd aan specialisten in slecht passende bedrijfskleding die louter
termen uit de science fiction bezigen. Al gauw doemde die Qual der Wahl op, maar daar wist ik wel raad mee: bij twijfel
kiezen voor de beste.
Dezelfde dag nog werd ik op een grijzend haartje na
geschept door een fietser die met beide handen, beide oren en beide ogen aan
zijn smartphone vastzat. Hij had zelfs niet in de gaten dat hij zowat een
smartphoneloze stukjesschrijver had overreden en ging stoïcijns verder met het
inspecteren van Facebook of een andere vorm van vermaak in het verkeer.
En ineens was ik klaar met alle aanvechtingen en wist ik
weer waarom ik geen slimme telefoon wil. Ik vind het heel plezierig om in de
grootste steden en verste windstreken aandacht voor mijn omgeving te hebben,
niet te hoeven communiceren met kantoor of bank en verstoken te blijven van
nieuws en nieuwtjes. Ik begrijp heel goed dat een smartphone een uitkomst is
voor heel wat mensen, maar zelf vind ik het wel zo rustig zonder die
aandachtvrager met zijn pixels, megabytes en apps.
Net als het achtjarige zoontje van columniste Sylvia
Witteman. Die vond zelfs het ouderwetse mobieltje al een bron van onrust,
schreef ze zaterdag in het Volkskrant Magazine. “Hij heeft gelijk, natuurlijk,”
vervolgde ze. “Wie weet gaat de nieuwe generatie weer geheel onbereikbaar door
het leven, en lopen binnenkort alleen nog hopeloze losers en bejaarden nog met
een iPhone.”