zondag 14 oktober 2012

Even herfsten over de herfst


Voor de zoveelste maal maakt de zomer plaats voor het najaar en weer wil het maar niet wennen. 

Rond het middaguur zwerf ik langs de rafels van de stad – de laatste woningen, de eerste weilanden en plukken bos – en ruik ik de herfst. De dauw die niet wil wijken en het groen nat houdt. De klamme pulp van dode bladeren op de grond. Een vochtige atmosfeer van beginnende verrotting en naderende kou. Ik huiver onwillekeurig. 

De helft van het blad is al gevallen, uit de andere helft trekt het leven weg. De boomkruinen worden ijler en geler met hier en daar een kwast rood. Nog een paar weken en dan vlamt het overal. Mooi is het zeker, maar op de melancholieke manier van de kortstondigheid. Straks valt met het laatste blad ook het doek over het najaar en moeten we door de winter heen. 

Een tijdje snuif ik de weemoed op die hier tussen het oker en het terra nevelt. Even herfsten over de herfst. Ik mis de zomer nu al. De zon, de warmte, de dunne blouses, de blotebenenrokjes, de terrassen aan het water, de avonden buiten, het lange licht. 

Dan realiseer ik me dat deze weemoed nog iets lichts heeft, vervuld als hij is van aangename herinneringen en aardetinten. De donkere versie komt straks, als de kou de straten vult en het om vijf uur donker is en de bomen hun naakte takken naar de hemel steken in een bede om een volgend seizoen. December, januari, februari: ze doemen voor me op als één duister gevaarte. 

En jee, als ik echt pech heb, gaat het langdurig vriezen en krijgen we net als vorig jaar dat eindeloze gepalaver over dat ene. Ik kon het toen niet meer hóren en toch hoorde ik het om de haverklap: in de supermarkt, bij de bushalte, op radio en tv, in het café. In de talkshows verschenen de usual suspects, kranten recycleden beelden van eerdere gelegenheden, alle Friese burgemeesters wreven zich in de handen, dweilorkestjes boenden hun tuba’s op, speciaalzaken deden goede zaken, de supermarkt speelde erop in en bij Unox maakten ze overuren. Het heen en weer kreeg ik ervan. Ik kreeg het woord niet eens meer over mijn lippen. Gelukkig ging het net op tijd dooien en waren we er mooi meteen vanaf.

Ik ga maar eens flink genieten van het najaar. Herfst, en alle dagen feest.