Voor de zoveelste maal maakt de zomer plaats voor het
najaar en weer wil het maar niet wennen.
Rond het middaguur zwerf ik langs de rafels van de stad –
de laatste woningen, de eerste weilanden en plukken bos – en ruik ik de herfst.
De dauw die niet wil wijken en het groen nat houdt. De klamme pulp van dode
bladeren op de grond. Een vochtige atmosfeer van beginnende verrotting en
naderende kou. Ik huiver onwillekeurig.
De helft van het blad is al gevallen, uit de andere helft
trekt het leven weg. De boomkruinen worden ijler en geler met hier en daar een
kwast rood. Nog een paar weken en dan vlamt het overal. Mooi is het zeker, maar
op de melancholieke manier van de kortstondigheid. Straks valt met het laatste
blad ook het doek over het najaar en moeten we door de winter heen.
Een tijdje snuif ik de weemoed op die hier tussen het
oker en het terra nevelt. Even herfsten over de herfst. Ik mis de zomer nu al.
De zon, de warmte, de dunne blouses, de blotebenenrokjes, de terrassen aan het
water, de avonden buiten, het lange licht.
Dan realiseer ik me dat deze weemoed nog iets lichts
heeft, vervuld als hij is van aangename herinneringen en aardetinten. De
donkere versie komt straks, als de kou de straten vult en het om vijf uur
donker is en de bomen hun naakte takken naar de hemel steken in een bede om een
volgend seizoen. December, januari, februari: ze doemen voor me op als één duister
gevaarte.
En jee, als ik echt pech heb, gaat het langdurig vriezen
en krijgen we net als vorig jaar dat eindeloze gepalaver over dat ene. Ik kon
het toen niet meer hóren en toch hoorde ik het om de haverklap: in de supermarkt, bij de
bushalte, op radio en tv, in het café. In de talkshows verschenen de usual suspects, kranten recycleden
beelden van eerdere gelegenheden, alle Friese burgemeesters wreven zich in de
handen, dweilorkestjes boenden hun tuba’s op, speciaalzaken deden goede zaken,
de supermarkt speelde erop in en bij Unox maakten ze overuren. Het heen en weer
kreeg ik ervan. Ik kreeg het woord niet eens meer over mijn lippen. Gelukkig
ging het net op tijd dooien en waren we er mooi meteen vanaf.
Ik ga
maar eens flink genieten van het najaar. Herfst, en alle dagen feest.