donderdag 11 oktober 2012

Cultureel correcte geilheid in 't Gooi


Al een hele tijd heeft iedereen de mond vol van – ja, sorry hoor, het is een beetje foute woordspeling, ik aarzelde nog of ik niet een andere formulering moest kiezen, maar bedwong me toch maar niet – heeft iedereen, dus, de mond vol van de vagina. 

Na tien jaar zijn de Vagina-Monologen weer terug in het theater: tot eind november te zien in het Amsterdamse DeLaMar Theater. Naomi Wolf trekt de aandacht met een gelijknamige monoloog in boekvorm. Vrouwonline biedt tientallen pagina’s weetjes over jeweetwel, variërend van vaginale fitness, kaal-of-niet, beftips en droge dozen, tot de vraag: wat mag erin? En van de week loop ik in het Singer Museum in Laren naar tientallen exemplaren te kijken, getekend en geschilderd door Auguste Rodin. 

Erotique Rodin toont een onbekende Rodin, heette het in menig signalement van de tentoonstelling. Onbekend? Dit deel van zijn beeldende kunst is sinds jaar en dag te zien in het Musée Rodin in Parijs. En te vinden in de Nederlandse boekhandel. Dertig jaar geleden verscheen er bij uitgeverij Atrium al een prachtboek met honderd deels erotische tekeningen en aquarellen van Rodin. Het staat in mijn boekenkast naast een Duitse uitgave met louter erotische aquarellen van zijn hand. De aanleiding voor aanschaf ben ik kwijt, maar ik hoefde er in elk geval niet de grens voor over. 

Afijn, het was wel een curieuze middag, daar in Laren. Het dorp zelf was al Gooischer dan het Gooi, met al die rietgekapte villa’s en rondwandelende deux-pièces, en dan was het Singerpubliek ook nog eens aan de bedaagde en keurige kant, net als ondergetekende eigenlijk. Daar schuifelden we dan, bijna allemaal 55-plus en cultureel correct, door zalen vol zinderende, scabreuze voorstellingen en brachten onze ogen dichterbij om in het gedempte licht de zachte lijnen te volgen langs welvingen, over ruggen, boven buiken, tussen dijen. Rodin kreeg nooit genoeg van lichamen en sensualiteit. Hij dirigeerde zijn modellen in de meest gymnastische poses om nóg meer en nóg meer te zien. 

Het interessante is dat hij al die spreidstanden meestal veel minder gedetailleerd in beeld bracht dan ze hem voor ogen kwamen. Zijn potlood en penseel brachten eerder sferen dan finesses op papier. Rodin roept broeierigheid en zinnelijkheid op, meer dan dat hij de kijker nou trakteert op de precieze onderdelen van de vrouwelijke sekse. Hij gebruikte regelmatig zelfs een ‘doezelaar’ (een stukje zeemleer) om expliciteit te voorkomen en mysterie te creëren. Zelfs op zijn meest voyeuristische platen blijf de anatomische exactheid beperkt.  

De brutaliteit van het werk zit ‘m dan ook niet in de ongeremdheid van de weergave, maar van de uitgebeelde lust. We zien de ongegeneerde geilheid van de schilder en voelen ons daar een eeuw na dato nog steeds wat ongemakkelijk bij. Bij het maken van dit werk was hij ouder dan de gemiddelde bezoeker van deze tentoonstelling, maar waarschijnlijk heel wat wellustiger.

Of niet? Zagen de bezoekers van deze wereld van passie en genot zich misschien geconfronteerd met hun eigen libidineuze reservoirs? Die vraag bleef als een ijle nevel boven de hoofden in het Singer zweven. Bij de koffie achteraf keek ik nog eens peilend naar het publiek om me heen. Vijftig tinten grijs. Aha.