Wie een fobie koestert voor design, doet er goed aan
Eindhoven de komende week te mijden. Daar woedt namelijk tot en met 28 oktober
de Dutch Design Week.
Er zijn nogal wat mensen die design beschouwen als een
eufemisme voor een hoop koude drukte over zoiets onbelangrijks als de
buitenkant van spullen. Allemaal moderne flauwekul, meestal even duur als
onpraktisch, een hobby van aanstellers met foute brillen en te veel geld. Het
handige van zo’n vooroordeel is dat het zichzelf in stand houdt. Wie niets wil
weten van design, komt er dus ook niet achter dat designers zich steeds minder
beperken tot de buitenkant van spullen.
Dat bleek weer eens op de Graduation Show 2012 van de
Design Academy Eindhoven, een van de evenementen waarmee de week van het
ontwerp zaterdag begon. Al ruim voor de opening dromden belangstellenden samen
voor de deuren van de academie, vier hoog in de voormalige Philipsfabriek de
Witte Dame. Het is een jaarlijkse trekpleister, de tentoonstelling van afstudeerprojecten.
Geen wonder, want er is veel interessants te zien.
Dan doel ik niet op oogstrelende fluitketels, nieuwe
badkamerjuweeltjes of andere verse hebbedingen, want die zijn in de Witte Dame
amper voorradig. De Design Academy heeft juist internationaal naam gemaakt
doordat ze de lat hoger legt, en op andere plaatsen. Al jaren, en ook dit jaar
weer, valt op hoezeer de afstudeerders hun best doen om hun ontwerpen een
sociale betekenis te geven.
Zo won de Franse student Mickael Boulay zaterdag twee
prijzen met zijn ontwerp voor mensen met diabetes type 2. Hij ontdekte dat de
reguliere apparaatjes waarmee deze patiënten het suikergehalte van hun bloed
meten, niet goed werken. De mensen focussen op de precieze cijfers van hun
suikerspiegel en worden daardoor onrustig. Deze stress jaagt het suikergehalte
juist op en zorgt voor een vicieuze cirkel. Boulay bedacht een eenvoudig
instrument waarbij een LED-lichtje alleen maar aangeeft of het suikergehalte
hoog, laag of in balans is.
Ook ontwierp de Fransman een bestek waarmee manueel
gehandicapten hun motoriek kunnen helpen verbeteren. Andere studenten kwamen
met een milieuvriendelijk toilet, een liefdevolle doodskist, hulpmateriaal voor
rampen, ziekenhuisspeelgoed, beeldtaal voor kankerpatiënten, een soort Facebook
op buurtniveau, een ecologisch pesticide of een spiegelbeeldige, asymmetrische parkbank
die uitnodigt tot ontmoeting en spel.
De ontwerper als sociale ingenieur. Dat thema kwam
vrijdagavond ook al aan de orde in een prelude op de Dutch Design Week. Inleiders
op een prestigieus designforum waren het erover eens dat de piramide heeft
afgedaan als dominante maatschappijstructuur en plaats gaat maken voor
netwerken. Ofwel: de hiërarchie maakt plaats voor de gemeenschap, het verticale
voor het horizontale. In dat proces kunnen designers een rol spelen, vond men
op het forum. Het gaat erom, zo vat de organisatie het zelf samen, hoe de
designwereld een nieuw gevoel van verbondenheid kan aanwakkeren en kan
meehelpen van de maatschappij een sociale onderneming te maken.
Ik kwam er bijna in een vrome stemming van. Gelukkig zag
ik op de valreep nog een ontwerp (van Danielle van Lunteren) voor een fraai en
verrassend vloerkleed dat eruitzag als een verzameling keien en toch heel zacht
aanvoelde. Want een betere wereld is fijn, maar een mooiere wereld ook.