Het bestaan heeft nu en dan bizarrerieën in de aanbieding,
die zo buitenissig zijn dat je ze niet kunt bedenken. Was er een film of roman
over gemaakt, dan hadden de recensenten het onderwerp veroordeeld als gezocht
of onwaarschijnlijk. Maar helaas, in het volle leven laat dat ‘gezochte’ zich
te vaak vinden.
Ik kom daarop nu ik artikelen lees over een rechtszaak
tegen een man – Tjipke H. uit Lelystad – die zijn ernstig zieke vrouw wilde
helpen bij een poging tot zelfdoding. Hij gaf haar een overvloed aan
pijnstillers en mengde morfinepillen door haar toetje. Toen zij in leven bleef,
drukte hij uit wanhoop een kussen op haar gezicht, maar trok dat weer terug toen
zijn vrouw uit benauwdheid tegenspartelde. Vervolgens belde hij de psychiater,
die de vrouw liet opnemen. Zelf werd Tjipke H. gearresteerd.
De echtgenote leed aan een heftige vorm van oorsuizen waardoor
zij al tien jaar lang dag en nacht luid gepiep hoorde. Op den duur verdroeg zij
geen enkel geluid meer. Ze leefde in een totaal isolement op de
bovenverdieping; haar man verbleef beneden en communiceerde met haar via
briefjes en de laptop.
Het duizelt me al als ik alleen die paar gegevens lees. Dag
en nacht een naar geluid in je oren is een marteling die al snel onverdraaglijk
wordt. Rek zo’n marteling op tot tien jaar en het is perfide horror. En dat is
nog maar een deel van het verhaal, want er komt nog totale eenzaamheid bij,
daar in het isolement op één hoog. En op de begane grond een echtgenoot die
veroordeeld is tot de kwelling van machteloosheid.
Verzoeken om euthanasie strandden omdat huisarts noch
psychiater haar lijden ondraaglijk vond. Twee eerste pogingen tot zelfdoding
waren mislukt. November vorig jaar kwam de hierboven beschreven derde poging.
In mei dit jaar wist de vrouw zonder hulp alsnog een einde aan haar leven te
maken.
De officier eiste een jaar voorwaardelijk. Omdat Tjipke
H. het smoren met het kussen zelf had beëindigd en meteen daarna hulp had
ingeroepen, legde de rechter hem geen straf op. Maar ook zonder rechter is de
man al gestraft, want hij moet verder zien te leven met een loden bal van
afschuwelijke herinneringen aan zijn enkel.
Gisteren was ik in de dierentuin met mijn kleindochter.
Er waren daar veel grootouders met kleinkinderen, want het is herfstvakantie. Zelden
zag ik zoveel voldane gezichten als hier tussen de olifanten, de vale gieren en
de bruine beren: het geluk dwarrelde er rond als fijnstof. Vandaag lees ik over
de casus uit Lelystad en schud ik het hoofd over de groteske loterij die het
leven is.