Wat een fantastisch idee
van Hans Poortvliet: de Nationale Complimentendag. Vrijdag 1 maart vieren we
het voor de elfde keer en ik vind het ontzettend goed van mezelf dat ik nu ook
eens meedoe.
Wie Hans Poortvliet is?
Fijn dat u het vraagt! Hans Poortvliet is een manager uit het bedrijfsleven,
die het initiatief tot de Dag nam toen hij eens op een Amerikaanse
complimentensite stuitte. “We staan 364 dagen per jaar stil bij wat allemaal
fout gaat,” was zijn overweging, ”laten we één dag stilstaan bij wat er goed
gaat door elkaar een compliment te geven.” Mooie gedachte, Hans.
Volgens hem staat de Dag
– ook wel Social Friday genoemd – in Nederland inmiddels wel
op de meeste kalenders. Nadat zijn vondst een paar jaar geleden al naar België
oversloeg, groeit er nu ook belangstelling in ‘onder andere’ Australië, Curaçao, Noorwegen, Canada, de VS, Ierland en Oostenrijk, lezen we in een
bijzonder helder persbericht.
In tegenstelling tot Valentijns-, Secretaresse-,
Moeder- en Vaderdag, is Complimentendag wars van commercie. Het draait die Dag
om oprechte aandacht en uitgesproken waardering. Elementen die mensen raken,
maar die niet te koop zijn. Dat maakt Complimentendag zo sympathiek.
Bij het krieken van de Dag ben ik meteen mee gaan
doen. Mijn vrouw heb ik getrakteerd op een lofzang omdat ze het opnieuw een dag
met me had uitgehouden. Vervolgens een e-mail naar mijn ochtendblad gestuurd
met applaus voor de correcte bezorging en met genoegen de nog ongelezen stukken
van mijn eigen blad verorberd – goed geregeld, Boudewijn en Daan!
Op straat ging ik ermee door, maar dat viel niet
helemaal mee. De glazenwasser die ik toeriep dat de ruiten weer fraai glommen,
keek om, stapte mis op zijn ladder, smakte met een boog het struikgewas in en
bleek toen duidelijk geen zin te hebben in Complimentendag. En toen ik een duim
opstak naar een mooie dame en haar prijzend toefloot, kreeg ik haar middelvinger
als antwoord. Gelukkig begon een grappig straathondje vlijtig te kwispelen toen
ik het aaide en een braaf beestje noemde.
Trouwens, heb ik u al eens laten weten, dat u als
trouwe lezer de rots in mijn branding bent, mijn steun en toeverlaat, het
geduldige oor dat altijd open staat voor mijn bedenksels en hoofdbrekens? Dank
dat u er ook nu weer was, fijne prachtlezer die u bent, zo vol belangstelling
en menselijke warmte. En bij voorbaat bedankt voor al uw complimenten aan mijn
adres.