Dan wou ik u nu maar eens mijn tandarts voorstellen.
Waren er maar meer zoals hij in de wittejassenwereld.
Omdat ik inschat dat hij liever buiten de publiciteit
blijft, zal ik hem dr. A noemen. Ik ben nu al een jaar of vijftien onder zijn
hoede, maar ik verbaas me nog steeds over hem.
Het begint al met zijn praktijk, een gehuurde etage in
een vervallen villa, waar eerder een andere tandarts werkte. Het houtwerk is in
een ver verleden in een donkerbruine menie gezet en heeft sindsdien nooit meer
een kwast gezien. Een receptie is er niet. In de hal hangt een zware sigarettenlucht,
afkomstig van de hoofdbewoner die verblijf houdt achter een halfafgetimmerde tussendeur.
Een trap voert naar de praktijk op één hoog.
De wachtkamer is gemeubileerd met een vale, ingezakte
bank uit naar schatting 1962 en een half dozijn stoelen met kapotte rieten
zittingen, bedekt met kussentjes. Op een ruwhouten tafeltje ligt een partij
tijdschriften, waarvan de meeste uit de vorige eeuw dateren. Ook staan er een
yucca en een kerststukje, allebei al jaren op sterven na dood. Een raam kijkt
uit op een door onbestemd groen overwoekerde tuin en de bemoste restanten van
een aanbouw die waarschijnlijk strandde op een tekort aan geld en animo.
Gelukkig is de uitrusting van de behandelkamer zelf bij
de tijd. Ik weet me ook veilig in de vaardige handen van de tandarts. Maar de
combinatie van professionaliteit en een sjofele ambiance blijft verbazen.
Investeren in opsmuk vindt hij waarschijnlijk overbodig. Zo heeft hij ook geen
assistente. Een secretaresse evenmin. Dr. A noteert zijn afspraken met balpen
in een groot afsprakenboek en schrijft ook zijn rekeningen met de hand; een
computer, tablet of smartphone heb ik er nog nooit gezien. Dat spoort ook met
zijn permanente kalmte en zijn weloverwogen dictie.
En wat ik het opmerkelijkst vind: hij plant zijn
afspraken zo ruim dat zijn patiënten nooit hoeven te wachten. De wachtkamer is
dan ook meestal leeg. Kennelijk vindt hij een paar consulten per uur meer dan
genoeg en prefereert hij een ontspannen werkritme boven maximaal rendement. Hij
heeft ook alle tijd voor de patiënt en toont niet alleen belangstelling voor
diens gebit, maar ook voor diens algehele welzijn: “Hoe staat het verder met de
gezondheid? En hoe gaat het met de echtgenote?” Hij mag ook graag een boom
opzetten over een actueel onderwerp.
De praktijk ademt een besliste, goed georganiseerde onthaasting,
die me erg aanstaat. Ik stel me voor dat dr. A regelmatig een kwartier of half
uur overhoudt en dat hij dan een partijtje patience speelt, of verder leest in
een vuistdikke Russische roman, of gewoonweg eens een tijdje voor het raam gaat
staan om de wolken te bestuderen.
Ik wil maar zeggen, dames en heren van de medische stand:
zo kan het ook.