Vandaag woedt in Nederland Burendag, een zowel
commercieel als ideëel initiatief van Douwe Egberts en het Oranjefonds. In meer
dan zesduizend buurten ondernemen mensen gezamenlijke activiteiten om de
onderlinge verstandhouding te onderstrepen en te bevorderen. Ik niet, want het
wordt nooit meer wat met mijn directe buren.
De vorige eigenaren hadden we nog gevraagd wat voor mensen
er eigenlijk naast hen woonden. Buurman is heel handig, zeiden ze diplomatiek.
Dat hebben we geweten. Vanaf dat we er woonden, hoorden we buurman elk weekend
bezig met zaag-, boor-, schuur- en slijpmachines, want zijn woning verkeerde in
een permanente staat van verbouwing. Buurman ging zelfs nooit op vakantie, maar
gebruikte zijn vrije bouwvakweken juist voor grote karweien met de nodige ladders,
steigers en aanhangwagens vol puin. Het resultaat: een gemolesteerd huis met
foute ramen en deuren en een keukenafzuiger die uitkomt op de gezamenlijke
achterom en daar de passanten bak- en braadluchtjes door de haren blaast – de
kotelettenföhn.
De geluidsoverlast en het gebrek aan privacy hebben ons
talloze keren mompelvloekend uit de tuin verdreven. De ene keer dat ik eens
vroeg om een beetje rekening met omwonenden te houden, werd gehonoreerd met een
grote bek. Ik liet het er maar bij, wilde geen trammelant. Maar met groeten was
het sindsdien gedaan.
Met schrik zag ik buurmans pensioen naderen. Toen het zo
ver was, nam het doe-het-zelven gelukkig eerder af dan toe. Er kwam echter een
nieuwe vorm van herrie bij, want nu hadden de buurtjes tijd genoeg om hun
kinderen en kleinkinderen te ontvangen. Zo’n drie keer in de week zit hun huis,
of liever nog hun tuin, vol schreeuwers en wat de kids betreft krijsers. Een
gewoon volume hebben ze niet in huis. Wij betitelen ze dan ook sardonisch als Familie Decibel. Toen we laatst hoorden
dat buurman ooit vastzat wegens mishandeling van een wandelaarster, zongen we
in koor: In de cel / uit de cel / de
Familie Decibel!
Wat helpt is het besef dat de Decibelletjes de
uitzondering vormen in een verder erg plezierige straat. De sfeer is hier
joviaal, belangstellend en hulpvaardig. Met diverse straatbewoners drinken we
eens in de maand een borrel in het buurtcafé. Van tijd tot tijd is er een
straatspeeldag. Nogal wat buren komen op elkaars verjaardagen.
En de halve straat bekommert zich al maanden om de oudste
bewoner, een 94-jarige man die zijn vrouw en kinderen heeft overleefd en ook
verder vrijwel geen familie meer heeft. Zijn buren hebben hem bijgestaan toen
hij zichzelf wegens een hernia niet meer kon redden. En toen het echt niet meer
ging, heeft de straat een verpleeghuis voor hem geregeld. Het ziet ernaaruit
dat de oude man een dezer dagen zal overlijden en dat zal hij dan doen in het
besef dat zijn buren tot het laatst zijn naasten waren. Op de volgende
straatborrel zullen we het nog lang over hem hebben.