woensdag 26 september 2012

De bruine kroeg is een oase


 
In het proefschrift De eeuwige kroeg van caféprofessor Gerrit Jansen vind ik een krantenknipsel uit 1976: “Jansens wetenschappelijke benadering van de kroeg is een stukje erkenning van het openbaar lokaal. En wat te denken van de bloei van de bruine kroeg? Het aantal cafés dat zich via een verbouwing transformeert tot ‘echte bruine kroeg’ groeit opvallend. Volgens ‘kroegkenner’ Simon Carmiggelt beleven ook de authentieke oude cafés gouden dagen.”
 
Those where the days. Als tegenwoordig een café wordt verbouwd of een nieuw café geopend, openbaart zich nog niet vaak meer een klassieke kroeg. Verfijnde wijnbars, grand cafés met leestafel en kinderspeelhoek, eetcafés, karaokebars, danssalons, lunchgelegenheden, zuurstofbars zelfs, maar zelden zo’n wat smoezelig, donker kot met derdehands meubilair en aan de bar een zwijgzame dichteres, een quizkampioen, een halfdronken wereldverbeteraar en een theeverslaafde zenuwlijder tegenover een kastelein die naast het tappen en passant fungeert als gangmaker, biechtvader en mental coach. 

Met alle andersoortige concurrentie krijgt het bruine café iets museaals: een oud dranklokaal dat her en der weet te overleven maar zich niet meer voortplant. Alleen al daarom is het goed als zo’n instituut eens wordt vereeuwigd. De Eindhovense fotograaf Jos Lammers heeft dat gedaan met een onalledaags café bij hem in de buurt dat twee namen draagt. Officieel heet het De Vredesduif (naar de duivenmelkers die er zich vroeger verzamelden), maar iedereen noemt het De Beer (naam van de grondvester). Naar aanleiding van het aanstaande honderdjarige bestaan van dit café maakte Jos Lammers in samenwerking met een tekstschrijver een reeks portretten van de stamgasten, die op de eeuwdag, 12 november, in boekvorm verschijnt. 

Hij fotografeerde veelal markante koppen waarop levensverhalen staan gegrift. De middag dat ik De Beer binnenstap, zie ik ze ook. Een jarige tachtigplusser, stamgast. Een stille man die altijd op dezelfde stoel zit, stamgast. Een type met een enthousiaste sik, stamgast. Een jonge vrouw die over haar kanker vertelt, passante. En Hennie van Hout, kleindochter van de eerste uitbater Harrie de Beer, kasteleinse. Op haar veertiende stond ze voor het eerst achter de tap, een halve eeuw later staat ze er nóg en als het aan haar ligt, staat ze er nog jaren.
 
Kijk Hennie een moment vragend aan en ze start een verhaal dat vlot van de ene smakelijke anekdote naar de andere vloeit.

Lees hier verder: http://www.hpdetijd.nl/2012-09-23/er-gaat-niets-boven-een-bruine-kroeg/