Er wordt vermoedelijk nergens zo enthousiast gelogen als
in de reclame. Geen conserven zo lekker, geen auto zo zuinig, geen kostuum zo
gegoten en geen vakantieoord zo paradijselijk als het onze. In advertenties en
tv-commercials wordt consequent een perfecte wereld voorgespiegeld, moeiteloos
te bereiken door de creditcard te trekken. Volgens hetzelfde principe maken we
in het dagelijkse leven ook voortdurend reclame voor onszelf en proberen we
onze uitstraling imago te versterken met behulp van merken en cosmetica.
Op kantoor suggeren we dat die ene vondst of prestatie voor
honderd procent aan ons is toe te schrijven. In het restaurant bevestigen we
dat ‘alles naar wens’ is, ook al kwam het voorgerecht al bij het aperitief en
is de rode wijn te koud. Thuis fluisteren we onze geliefde in het oor dat
niemand zo aantrekkelijk is; niettemin dromen we onrustig van fatale
filmsterren. Aan de telefoon vragen we hoe het gaat zonder dat het antwoord ons
wezenlijk interesseert. Bij de belastingaangifte besluiten we diverse inkomsten
maar te vergeten.
Iedereen liegt, dag in, dag uit, en dat is maar goed ook.
Het sociale verkeer zou onverdraaglijk worden als we elkaar voortdurend maar de
waarheid vertelden. Geen verkooppraatje kan buiten enige overdrijving. Een
conversatie wordt eleganter als er nu en dan een compliment wordt uitgewisseld.
Een smoes of jantje-van-leiden kan de nodige energie besparen. En er schuilt
troost in het schouderklopje voor onze collega die weliswaar een zesje levert
maar daar flink zijn best voor heeft gedaan.
Beleefdheid en goede manieren zijn nogal uit de gratie
geraakt in een tijd waarin het ‘reaguren’ opkwam en de opgestoken middelvinger
een vertrouwd verschijnsel werd. Het zijn vormen van assertiviteit waarin het
individu zich misschien kan ontladen, maar waar de samenleving bij inlevert. De
communicatie wordt niet plezieriger van ruwheid en onversneden commentaar maar
is sterker gebaat bij het behoedzaam gekozen woord, ook al komt dat soms neer
op een halve waarheid, een diplomatieke ontwijking of een leugentje om bestwil.
Leugens kunnen mensen of zaken beschadigen. Dat is het
duidelijkst bij klinkklaar bedrog. Mensen, politici bijvoorbeeld, die
stelselmatig een loopje nemen met de feiten, raken hun geloofwaardigheid kwijt.
Andersom kan de naakte waarheid mensen en zaken evengoed schade berokkenen. Het
heet niet voor niets dat alleen kinderen en gekken de waarheid spreken – verstandige
mensen met levenservaring weten wel beter.
‘Liegen is universeel,’ schreef Mark Twain meer dan een
eeuw geleden. ‘We
liegen allemaal. Daarom is het voor ons verstandig om onszelf ijverig te
oefenen in het zorgvuldig en deskundig liegen; om te liegen met een goede
bedoeling en niet met een kwade; om te liegen in het belang van anderen en niet
in ons eigen belang; om genezend te liegen, liefdadig, menselijk en niet wreed,
grievend en kwaadaardig; om aangenaam en hoffelijk te liegen en niet lomp en
tactloos; om standvastig te liegen, openhartig, oprecht, met opgeheven hoofd,
niet aarzelend, omslachtig en met een schuwe blik, alsof we ons schamen over
onze verheven roeping. Dan zullen wij ons hebben ontdaan van die stuitende en
verderfelijke waarheid, die het land aantast. Dan zullen wij groot, goed en
prachtig zijn en zullen wij waardige bewoners zijn van een wereld waarin zelfs
de goedaardige Natuur doorgaans liegt, behalve als zij vreselijk weer belooft.’
Zie ook www.hpdetijd.nl/leven/matt-dings
Zie ook www.hpdetijd.nl/leven/matt-dings