Onlangs werd ik weer eens geconfronteerd met een lastige
dode.
Het ging om een kunstenaar die ik via de journalistiek
had leren kennen en met wie ik sindsdien veel optrok. Hij vroeg me nogal eens om
teksten bij nieuwe projecten, wat intensieve gesprekken met zich meebracht, en
boswandelingen, en etentjes. Op een dag maakte een stomvervelend misverstand – te
ingewikkeld om hier uit te leggen, maar niet uit de wereld te helpen – een
bruusk einde aan de relatie. We verloren elkaar uit het oog.
Toen ik een half jaar geleden via een wederzijdse kennis
hoorde dat hij terminaal ziek was, stuurde ik met enige aarzeling een mooie
kaart om hem naast alle narigheid ook goede ervaringen toe te wensen. Er kwam
geen reactie, maar die had ik ook niet verwacht. Een dag of wat terug verscheen
zijn korte necrologie in een regionale krant. Een rouwkaart kregen we niet.
Kennelijk bleef het misverstand effectief tot het bittere einde en zag hij of
zijn weduwe ons liever niet op zijn uitvaart.
Lastig, zo’n dode. Ik had mijn deel van de hard feelings opzij willen schuiven om
naast zijn kist nog eens na te denken over onze gezamenlijke belevenissen en in
stilte te applaudisseren voor zijn artistieke prestaties. Maar niet als
ongenode gast. In plaats daarvan heb ik maar wat door ‘onze’ gepubliceerde
teksten gebladerd. Misschien breng ik ooit nog een laatste groet aan zijn graf.
Misschien ook niet.
Een ander soort lastige dode is de ontslapene die in
besloten kring naar het crematorium of het kerkhof is gebracht. Onverhoeds lees
je dat je oude kennis X is gestorven en voordat je van de schrik bekomen bent noteer
je ook nog dat hij al zes voet diep onder de zoden ligt. Het is alleszins te
begrijpen als nabestaanden behoefte hebben aan een intiem afscheid en
terugdeinzen voor drukte, maar voor degenen die buiten de kring der intimi
vallen, resteert dan toch de kaalheid van het voldongen feit.
Lastige dode type 3 betreft de overledene van wie je
stiekem denkt: daar zijn we mooi vanaf. Dat kan een ploert van een oom zijn,
een asociale buurtgenoot, maar ook een kinderloze suikertante van wie de
langverbeide erfenis nu eindelijk loskomt zodat je ineens met heel andere ogen
naar reclames voor dure auto’s en droomvakanties kijkt. Zulke doden betrappen
ons postuum op foute gevoelens van leedvermaak of hebberigheid en zorgen
daarmee voor een zeker schuldig ongemak.