Ik deed het laatst ook. Met een kennis zorgelijk het weer
besproken – zou met het kelderen van de temperaturen de zomer nu echt afgelopen
zijn? – en afgerond met de montere bezwering: ‘Komt goed!’ Het was eruit
voordat ik er erg in had. Sorry, mensen.
Om de haverklap hoor je het. Ze vragen hoe het met je
gaat, je antwoordt prima-alleen-wat-moe-maar-ja-de-leeftijd, en daar klinkt:
‘Komt goed!’ Of je nog iets leuks gaat doen komend weekend, nou-misschien-zeilen-tenminste-als-het-weer-meewerkt,
en ja hoor: ‘Komt goed!’ Is die ene collega nog steeds ziek thuis, ja-want-een-flinke-burnout-maar-er-lijkt-sprake-van-enige-verbetering,
en daar zijn we weer: ‘Komt goed!’
We zullen het er maar op houden dat hier sprake zal zijn
van de beste bedoelingen. De komtgoedzegger is solidair, hoopt dat ons ongemak
van tijdelijke aard zal zijn en wenst ons met zijn quasivoorspelling toe dat
alles weer helemaal voor de bakker komt. Alleen: door zo’n vlotte heilsbelofte
bij de geringste aanleiding te gebruiken, inflateert de mooie bedoeling snel
tot een leeg cliché.
Toegegeven: een conversatie kan niet goed zonder clichés.
Het gebruik van overbekende woorden en uitdrukkingen bespaart energie die
gebruikt kan worden om treffende termen te vinden op momenten dat het er echt
toe doet. Bijvoorbeeld als een gesprekspartner zijn twijfels of onzekerheid
kenbaar maakt. Dan is het zaak een secure reactie te formuleren in plaats van
het gesprek te beëindigen met een derdehands stoplap zoals ‘Komt goed!’
We moeten bedenken dat het meestal helemaal niet goed
komt. Grote kans dat het rillerig en nat wordt, dat er niks valt te zeilen, dat
onze vermoeidheid alleen maar vaker toeslaat en dat we de opgebrande collega
nooit meer terugzien. In die zin doet de komtgoedzegger geen recht aan onze
zorgen en suggereert hij met zijn achteloze opmerking dat we niet zo moeten
zeuren of overdrijven.
De eikel. Een oppervlakkige, ongeïnteresseerde vlerk
is-ie, de komtgoedzegger. Wat denkt hij wel? Dat we ons met een kluitje in het
riet laten sturen? We hebben ‘m wel door, met zijn snelle praatjes. Denkt in
twee woorden van een kwestie af te zijn, de sukkel. Dus voortaan bijten we
terug: ‘Komt goed? Kom zelf eens lekker goed man!’
Maar waarschijnlijk is het onuitroeibaar, net als het
stopwoord 'absoluut'.
Er bestaat al een café in Rosmalen dat Komt Goed heet, net als een boek van
Louise Hay ‘met 365 affirmaties en prachtige illustraties’, een kliniek voor
orthopedisch-manuele therapie (‘Komt goed! staat voor onze merkfilosofie: uw
klachten en pijn zijn bij ons in vertrouwde en deskundige handen’), een
evenementenbureau en een web & app-ontwikkelaar.
Het komt nooit meer goed.