Beetje ongemakkelijke dag, 4 februari, namelijk Wereldkankerdag, een dag ‘waarop mensen uit de hele wereld stilstaan
bij kanker’.
Ik zou wel eens een dag niét willen stilstaan bij mijn (prostaat)kanker. Mijn sluimerende kanker, zeg ik meestal, want dat klinkt minder eng, al
weet ik wel beter: de sluimeraar kan morgen weer ontwaken. Maar goed, een dagje
zonder, kan dat ook? Dan ga ik me wel concentreren op iets fijners. Ik vier in
mijn eentje een dag van de schoonheid, of de liefde, of de troost, of alle drie
in enen, want ze hebben veel met elkaar te maken: in schoonheid en liefde schuilt
troost, zoals troosten een mooie daad van liefde is.
Eens nadenken wat ik ga doen op mijn Lieve, Troostrijke Dag van
de Schoonheid. Ik huur een filmklassieker met Sophia Loren en laaf me aan die
ogen als ravijnen en die mond vol beloftes en dans in gedachten met al die curven
in mijn armen door de Romeinse nacht. En als ik dan toch in Italië ben, dan
blader ik door mijn reisherinneringen en dool nog even over piazza’s en promenades en door de Uffizi en de villa’s
van Palladio.
Of ik maak een kleine reis door mijn eigen huis, langs de
kunstobjecten die hier in de loop van mijn jaren zijn aangespoeld: foto’s van fotografen
met wie ik gedurig optrok, sculpturen, schilderijen, keramiek, etnische kunst. En
ik luister naar de klassieke en eigentijdse maestro’s op cd en laat me
meevoeren op de tonen van jazz, barok, tango of wereldmuziek, van weemoedig tot
gepassioneerd en van aards tot hemels. En ik sla een boek op, en nóg een, en nóg
een, en proef woorden, zinnen, verhalen, levens.
Terwijl ik mijn Dag van de Schoonheid vier, houdt de wereld dus
Wereldkankerdag. De organisaties daarachter, zo lees ik, willen onderzoek,
behandeling en preventie stimuleren én het belang van een goede kwaliteit van
leven voor de betrokken patiënten onderstrepen. Natuurlijk. Tegelijkertijd
heeft het iets geks dat het begrip ‘kwaliteit van leven’ zo aan kanker zit
vastgeklonken en pas op de valreep wordt gebruikt, als mensen in gevaar zijn
en/of de levensverwachting beperkt is. Rijkelijk laat eigenlijk, want met een
beetje pech profiteert de kankerpatiënt dan nog maar kort van eventueel verworven
nieuwe inzichten. Idealiter zou je je al op de kwaliteit van je leven moeten
concentreren op pakweg je eenentwintigste, als de vormende jaren zijn
uitgeraasd en er nog lang van die kwaliteit te genieten valt. Dáár moesten ze
nou eens een Dag voor proclameren. De Fijnste Dag van het Jaar. Ik stel 21
maart voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten