‘Misselijkmakende internethaat’
kopte Asha ten Broeke haar column in de
Volkskrant van vandaag, en dat was een treffende samenvatting. Ze schreef
over de ‘woordenpoep’ die haar ten deel valt zodra ze het opneemt voor vrouwenbelangen
of tegen radicaal rechts. ‘Rancuneuze naziblob,’ bijvoorbeeld. Of ‘zuur
feministisch gedrocht.’ Of ‘vette zure linkse sneugleuf.’
Vaste klanten van Twitter
kijken misschien niet op van zulk vocabulaire, maar ik kan – en wil – er niet
aan wennen. In de anonimiteit die media als Twitter bieden, vinden scribenten kansen
om nou eens helemaal los te gaan en hun pen te dopen in pure gal. Ik schrijf
dat nog veel te netjes op, alsof de reaguurders alleen maar heel boos zijn, maar
het gaat niet om beschaafde woede, maar om een ranzigheid die geen perken of
proporties meer kent. En die ook nog eens laf tot in het bot is. Asha ten
Broeke staat met naam en foto in de (sociale) media, maar haar criticasters verschansen
zich achter schuilnamen. Hoe schijterig moet men zijn als men zijn schimpscheuten
alleen maar durft af te vuren vanuit het schemerduister van cyberspace?
Misschien vormen de reaguurders
die zo trots zijn op hun stijlloosheid slechts een luidruchtige, maar marginale
minderheid. In het dagelijkse sociale verkeer maak ik tenminste nog steeds veel
meer aardige mensen dan aso’s mee. Niettemin rukken de aso’s van internet aan gangbare
normen en waarden. We mogen dan wel denken dat de emancipatie van de vrouw
vergevorderd is, maar een vrouwelijke opiniemaker die iets tegendraads beweert
wordt nog steeds met geslachtsdelen om de oren geslagen, zeker als ze enigszins
afwijkt van het format van Lekker Mokkel: dan is zij niet alleen links, zuur en
feministisch, wat al erg genoeg is, maar ook nog eens een vet gedrocht, naziblob
en sneugleuf.
Sneugleuf... Sinds ik het woord
vanochtend las, bleef het maar door mijn hoofd spoken. Wat voor wereldbeeld
steekt er achter de bedenker van zo’n woord? Hij leest een linksig stukje en is
meteen laaiend. Het is geschreven door een vrouw en dat maakt hem nog kwader,
want linksige wijven zijn kwalijker dan linksige kerels en daarom reduceert hij
de schrijvende vrouw tot gleuf. Blijkens haar fotootje lijkt ze ook nog eens
niet op Barbie, en dus is ze vet, zuur en sneu. Een vette zure sneugleuf. Zo!
Was getekend: N.N.
Tot het moment dat de man
achter dit proza zichzelf bekend maakt als Henk Hunk, Blijstraat 32 te
Laagdrempel, inclusief recente pasfoto, wou ik hem maar een geinige nickname
geven. Hij mag kiezen uit Zielepiel, Snikpik of Faalpaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten