vrijdag 5 februari 2016

In een k*tstemming

Dat wordt niks met vandaag. Zo grijs als het buiten is, is het ook in mijn gemoed, kleurloos, futloos, mies en mistig.

Hier moet ik eens over schrijven. Meestal ben ik redelijk monter, maar er zijn van die dagen – of dagdelen, want hele dagen duurt het niet – dat ik er geen ene f*ck aan vind, dat het me allemaal gestolen kan worden, heel die medische mikmak van me, dat eeuwige gedoe van geen lucht en geen kracht, al die beperkingen, al dat verlies.

Als ik in zo’n stemming achter de PC ga zitten, wil dat nogal eens heilzaam uitpakken. Ik hoef maar een paar zwaarmoedige zinnen op te schrijven of in een hoek van het beeldscherm licht een zonnestraal op. Kennelijk schuilt diep in mijn software een versluierd troostprogramma dat automatisch in werking treedt zodra het schwere Wörter herkent. Schrijf ik over ziekte, dan gaat het al gauw over beterschap; valt het woord kanker, volgt steevast hoop; moeilijk transformeert in mogelijk, risico in kans.

Maar niet vandaag. Ik ben in een ongelooflijke k*tstemming, en dat zult u g*dverd*mme weten. Het is knap waardeloos als je van de minste inspanning al buiten adem raakt, als reiken moeilijk wordt en bukken evenzeer, als 25 meter te ver is en vijf kilo al zwaar. Als je niet alleen dít mankeert, maar ook nog eens dát, en daarnaast zús en bovendien zó, om over X en Y maar te zwijgen: kwalen, mankementen, ongemakken, kopzorgen, heel die g*dvergeten kl*tezooi, f*ck, f*ck, f*ck.

En luchtte het nou maar op zoals ik hier zit te tieren en te vloeken. Welnee, het is en blijft zwaar bewolkt. Niks aan te doen. Hooguit één troost: de avond valt al, dadelijk sluit het donker de grauwheid buiten. Morgen weer een dag.

Nou doe ik het wéér, die troostreflex. Nu ja, beter van mineur naar majeur dan andersom.


2 opmerkingen: