In de
kelder van de Machinekamer op de Eindhovense culturele hotspot Strijp S hieven enkele
klanten een glaasje rosé met Emily Hermans. De vrouw achter het modemerk MLY
had een beperkt aantal relaties uitgenodigd voor een Pre-Sale van haar
zomercollectie. Pratend over het karakter van haar ontwerpen zei Emily dat ze streefde
naar slow fashion: mode die niet
meedoet aan rages en daarom niet snel gedateerd raakt.
Slow fashion. Niet erg thuis in de
mode kende ik het begrip niet, maar het intrigeerde me meteen. Het sloot natuurlijk
aan op slow food, slow design, slow
architecture en slow politics,
allemaal varianten op een bescheiden protestbeweging tegen de haast van de
samenleving. De moderne tijd is zo gefascineerd door tempo, dat versnelling een
doel in zich is geworden en het wezen van de dingen verdwijnt in het
opdwarrelende stof.
In de fast world is consumptie een
sleutelwoord. Als we een behoefte voelen opkomen, moet die zo snel mogelijk
worden bevredigd. Dat wordt het beste zichtbaar in de snackcultuur, die
winkelstraten en centra van openbaar vervoer elk uur van de dag vult met etende
en drinkende mensen: één grote spot over het uitdijende verschijnsel obesitas.
Een ander sleutelbegrip is kunstmatige veroudering. Door onze aankoop van
gisteren morgen weer voor passé te verklaren, krijgen we behoefte aan nieuwe
vormen van bevrediging. Dat ritme van de mode krijgt zelfs vat op de wereld van
de bouw, waar nog tamelijk jonge en bruikbare woningen en kantoren ten prooi
vallen aan verloedering, leegstand en sloop omdat ze uit de tijd heten te zijn.
Het
inzicht groeit dat de economie meer in het teken van duurzaamheid moet komen te
staan, willen we onze grondstoffen niet uitputten en het milieu niet overbelasten.
Behalve zo’n ecologische overweging geldt ook een cultureel aspect in de
kritiek op de fast world. Het steeds
verder opvoeren van de consumptie zorgt ervoor dat het nieuwe steeds sneller
verveelt, zodat zich een basale onbevredigdheid over het hier en nu dreigt te
ontwikkelen, een breed chagrijn over iedereen en alles, zoals dat al flink
opborrelt in de nieuwe sociale media en dat de samenleving er niet aangenamer
op maakt.
Liever
dus een kalm croissantje, een rustig rokje, een onthaast ontwerp, aandachtige
architectuur, bedachtzame politiek. We hoeven nog niet bang te zijn voor
sloomheid als we ons wat meer loomheid veroorloven. Het is een keus tussen
buiten adem raken en op adem komen. Als deskundige op dat laatste punt vind ik
de keus niet moeilijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten