woensdag 24 juli 2013

Bankjes en besognes


Na een eind fietsen neergestreken op een goed gesitueerd bankje, zoals ik dat wel vaker doe om de natuurtocht nog wat te rekken en toch de benen wat rust te gunnen. Terwijl de benen dankbaar plaatsnemen, schudt het hoofd de vorige zin nog eens op. Rust? Er zijn zovéél redenen om een bankje op te zoeken.

Langs een drukke ringweg rond de binnenstad ken ik een bankje waar zich dagelijks een handvol alcoholisten ophoudt. Ze zijn altijd druk aan het converseren, zie ik als ik hen passeer, het is hun openluchtcafé, met rookvergunning. In het park aan de achterkant van het lyceum zitten scholieren vaak hun besognes door te nemen, samen of alleen, en in dat geval verzonken in de nieuwtjes die het mobieltje in petto heeft. Een eind verderop in dat park zag ik vandaag een stokoude dame met een breiwerkje op schoot en naast zich een schoothondje dat op een breiwerkje leek. Op het volgende bankje zaten twee in vale kleren gehulde en door uitpuilende plastic tassen omgeven vrouwen te kwetteren in een taal die ik op Oost-Europa schatte.

Ik kom wel eens in een park met een kasteeltje dat wordt verbouwd tot hospice en een aantal paviljoens waar verstandelijk gehandicapten wonen, een mooi park dat ook in trek is bij wandelaars van buitenaf en dat misschien wel de beste bankjes van de stad telt. Ronde exemplaren, opgesteld in de beschutte nissen van een oude muur. Bankjes die uitzien op eindeloos lange lanen waarin de zon een schaduwspel met ranke lijnen opvoert. Bankjes rond een vijver omzoomd door in elkaar verstrengelde bomen. En op zo’n bankje soms een in elkaar verstrengeld stelletje waaruit van tijd tot tijd een zachte zucht ontsnapt.


Bankjes zijn aardig omdat ze zo dienstbaar zijn. Gastvrij onthalen ze jong en oud, hoog en laag, eenling en duo, peinzers en pimpelaars, genieters en gedeprimeerden. In hun democratische eenvoud vormen ze de perfecte tegenpolen van die andere banken: de hooghartige, ondoordringbare banken van het kapitaal, geldtempels waar geen plaats is voor gemijmer, gepieker, geklets of gebrij. Een bank is er voor het geld. Een bankje voor rust, bezinning, uitwisseling en rendez-vous. Op de een tel je je centen, op het andere je zegeningen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten