In medische discussies gaat het regelmatig over de
kwaliteit van leven. Vermindert een chemokuur met nare bijwerkingen de
kwaliteit van leven niet te zeer? Zijn er medicamenten die de kwaliteit van een
patiëntenleven juist verbeteren? Heeft iemand recht op een milde dood als zijn
kwaliteit van leven door een aandoening onder een minimumpeil raakt?
Bij zulke afwegingen lijkt het alsof kwaliteit van leven
een vastomlijnd, absoluut gegeven is, zoals een Saint Emilion Grand Cru uit
1961, of een Samsung Galaxy S4 Android Smartphone. Ik geloof dat het veeleer
een vloeiend begrip is.
Neem mezelf. Een haperend gestel heeft me gaandeweg ongemakken
en beperkingen opgeleverd. Een stevige tippel of vergelijkbare inspanning zit
er niet meer in, zodat genoegens zoals dolen door vreemde steden of lange
strandwandelingen buiten bereik zijn geraakt. Tien jaar geleden had ik zo’n
vooruitzicht beschouwd als een geweldige aderlating, goed voor een depressie,
maar nu het een feit is, vind ik mijn beperkingen weliswaar spijtig, maar niet
ondermijnend. Ik heb niet het idee dat mijn kwaliteit van leven is gedecimeerd.
In een kleinere wereld laat zich nog steeds veel bijzonders vinden.
Jaren geleden interviewde ik een man die op zijn 26ste
een hoge dwarslaesie had opgelopen, wat betekende dat zijn lichaam tot aan zijn
kin verlamd was geraakt. In die dagen zag hij de toekomst als een waardeloos
zwart gat, maar op het moment van het interview, elf jaar later, leidde hij met
behulp van een computer een druk creatief en sociaal bestaan en noemde hij zijn
leven een stuk mooier dan hij ooit had kunnen geloven: ‘Mijn wereld is klein,
maar zeker niet leeg.’
De crux, heet het vaak, is je niet te concentreren op wat
je mist, maar op wat je (over)hebt. En op wat zich nog aandient, zou ik daaraan
toevoegen. Menige blinde ontwikkelt een heel goed gehoor. Heel wat arbeidsongeschikten
vinden een nieuwe fascinatie in vrijwilligerswerk of een persoonlijk project. Wie
zich door fysieke oorzaken niet meer kan haasten, ontwaart wellicht dimensies van
rust en aandacht.
Bij nader inzien bestaat ‘de’ kwaliteit van leven dus
niet en kent elke levensfase haar eigen kwaliteiten. Hoe die te ontdekken, dat blijft de kunst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten