Ik heb geen hang of heimwee naar kazuifels en tabernakels,
laat staan naar Bijbelse bezweringen en Latijnse gebeden. Maar rituelen, moet
ik toegeven, daar kan de katholieke kerk wat van.
Een stokoude dame uit de aangetrouwde sfeer was overleden
en zo kwam ik weer eens in de parochiekerk van mijn jeugd. Al snel dreven de
herinneringen door de hoge ruimte. De pastoor die me eens met een missaal om de
oren sloeg. De kapelaan die om zijn nuffige maniertjes in de volksmond
‘juffrouw’ heette. De devotie die ik als jongetje voelde en die daarna voorgoed
verdween.
Onder het luiden van een klok schreden drie geestelijken
van het altaar naar het kerkportaal, terwijl het kerkvolk oprees uit de banken.
Ze keerden terug met de kist, die tussen zes kaarsen kwam te staan. Dat vond ik
al mooi: de klok die de parochie liet weten dat er iemand was verscheiden en de
aandacht en het respect waarmee de dode werd omgeven.
Volgde een mis die in het teken van de ontslapene stond,
maar ook de gewone rituelen van een eucharistieviering kende, zoals
geloofsbelijdenis, consecratie, communie. In mystieke zin lieten ze me
onberoerd, maar ze kenden toch een bepaalde luister, die oude, plechtige
gebruiken rond leven, dood en geloof, momenten van verstilling, vervoering en
verbondenheid. De kerkelijke gezangen van het dienstdoend koor versterkten de
stemmige sfeer.
Aan het einde legde de priester uit dat hij de kist ging
besprenkelen met wijwater, zoals de overledene helemaal aan de start van haar
leven bij de doopvont ook met water was begroet. Zo tekende hij een ijle boog
die het begin met het einde verbond. Daarna ging hij met een wierookvat rond de
kist en betuigde de dode zo een laatste eer. Toen vergezelden de drie
voorgangers de kist weer naar het kerkportaal.
Ik heb ook uitvaarten meegemaakt, die indruk maakten
zonder dat er priesters en gebeden aan te pas kwamen en waar betrokkenen hun
eigen rituelen hadden bedacht. En toch stemt een kerkkoor meer tot ernst dan
dat er een liedje van een populaire zanger wordt gedraaid. De gewaden, het
wijwater, de wierook, de overgeleverde gebruiken, de vage geur van eeuwen en
eeuwen die er in zo’n kerk hangt: ze vormen een ambiance hors categorie.
Intussen gaat de ontkerkelijking gaat voort. Ook wat mij
betreft. Maar ik geloof dat daarmee ook een zekere kwaliteit teloorgaat en dat
we die kerkelijke rituelen nog eens gaan missen.