Misschien laat ik me te
gemakkelijk afleiden. Besluit ik eindelijk de namenlijst van mijn telefoon eens
op te schonen, verdwaal ik prompt tussen herinneringen en associaties.
Net als een klassiek
adresboekje vertelt zo’n lijst verhalen van vroeger. Er doemen allerlei oude
bekenden, familieleden en andere relaties op, eens passanten in je leven, maar inmiddels
uit je actualiteit verdwenen. Van de een hoorde je minder en minder tot het
helemaal stil werd, een ander veranderde van baan en daarmee van relevantie,
een derde werd onbereikbaar wegens vertrek naar het hiernamaals, waar niemand
de telefoon opneemt.
Er staan bijvoorbeeld drie
oud-hoofdredacteuren op de lijst: getuigen van de woelige recente geschiedenis
van HP/De Tijd. Een klusjesman die een karweitje verprutste en toch in de
telefoon bleef staan. Diverse ex-collega’s – hopelijk goed terechtgekomen. Een favoriet
winkeltje dat de dupe werd van de crisis en failliet ging.
En ook een verpleeghuis
waar ik een paar jaar geleden wekelijks kwam om een naaste te bezoeken en
verdrietig te worden. Twee cafés waar zich heel wat avonden vulden met
gesprekken die ik me later maar half herinnerde. Een mooie oude dame die tijdens
een reportage eens op mijn pad kwam en met wie ik af en toe bleef bellen totdat
ik haar en zij zichzelf niet meer begreep.
‘Wissen?’, vraagt het
menu van de telefoon bij elke naam. Ik hoef maar op ‘OK’ te drukken. Weifelend
kijk ik naar het toestel. Het is nog een hele beslissing om met een druk op een
toets te bevestigen dat iemand tot mijn verleden tijd is gaan behoren.
Het is de last van het
opruimen die ik ook ervoer toen we onlangs schoon schip maakten op de zolder.
Je kunt niet aan het verzamelen blijven; als alles belangrijk is, is niets écht
belangrijk. Maar hoe besluit je wat er weg kan? Een vaak gehanteerde vuistregel
luidt: heb je een voorwerp jaren niet meer gebruikt, dan kun je er gerust vanaf.
Die regel gaat in veel gevallen op, maar niet als zo’n voorwerp nog weemoed of
andere sentimenten oproept.
Ineens ben ik eruit,
althans uit de telefoonlijstdilemma’s. Als ik die oude telefoonnummers wis, wis
ik alleen cijfers; de herinneringen en anekdotes zijn wel opgeslagen in de cloud in mijn hoofd.
Elk weggetoetst nummer
levert een kort riedeltje op. Het klinkt OK.