Zo ben je iets kwijt, zo ben je iets rijk. Amper een week
geleden neem ik, omdat de benen niet meer willen, afscheid van mijn goede oude
prachtfiets. En gisteren maak ik mijn eerste kilometers op mijn goede nieuwe
prachtscoot.
Met de zon op de wangen en de wind in de haren gaat het de
verte in, naar velden en dreven waar ik lang niet meer was. Het voormalige
industriegebied waar overal vers leven opbloeit. Een weids stuk braakland,
inmiddels mooi bebouwd. De weldadige fietslaan door de bossen, waar ik me op
verheugd had. Een nieuw pad van rood asfalt langs het kanaal. Een jong park met
glooiende lijnen en verre einders. Ik rijd er rond als een grootgrondbezitter
die zijn afgelegen landerijen inspecteert.
Het doet me goed. Het buitengebied dat onbereikbaar was
geworden is weer toegankelijk. Na een zware operatie, nu twee zomers geleden, had
ik in afwachting van herstel een meeneemscootje aangeschaft, maar dat had maar
een kleine actieradius en was niet geschikt voor tochtjes. Toen de hoop dat ik
wel weer aan het fietsen zou raken ijdel bleek, werd het tijd voor een
volwassen scootmobiel. Die is er, sinds gisteren. Ik noem hem Zoef 2. Of op z’n
Eindhovens: Zoef d’n Twidde.
Zoef d’n Twidde is balsem voor mijn ziel. Ik kan weer kiezen
uit allerlei bestemmingen en ben niet meer aangewezen op de beperkte rijcirkel
van de miniscoot. Dat geeft me een stukje leven terug. Dat is, naast het
concrete plezier van een tochtje, ook winst, en winst is zeer welkom na jaren die
het ene verlies na het andere brachten. Alles werd minder, schreef ik laatst,
behalve de beperkingen, want die namen toe. Ik hield er tamelijk goede zin bij,
maar merk nu dat ik zo’n oppepper als die van Zoef d’n Twidde wel kan
gebruiken. Meer moet ik er niet over zeggen, want dan loop ik gevaar een
positivo te worden, en dat is ook weer niet de bedoeling. Bovendien heb ik geen
tijd meer voor schrijverij, want u begrijpt: ik moet dringend naar buiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten