
Natuurlijk, je kunt beter niét dan wél bij de pakken
neerzitten. Het is verstandiger naar een oplossing van je moeilijkheden te zoeken
dan erin te zwelgen. Maar zo’n oplossing begint bij de erkenning van het
probleem. Dat klinkt gemakkelijker dan het is. Als ik eens stilsta bij mijn haperende
gezondheid, voel ik al snel de neiging voort te gaan, weg van die moeilijke
gevoelens, weg van de regen en de mist, dóór naar de horizon waar de zon weer
schijnt en de monterheid de somberheid de baas is.
En toch geloof ik dat het heilzaam is, de bui zo nu en dan
maar eens uit te zitten en de frustratie, de boosheid of het verdriet toe te
laten. Het een lukt niet meer, het ander evenmin, dít gaat amper, dát is
minder, die longen, die spieren, die onrustige cellen, wat moeilijk toch, wat verdrietig.
Zoals een moe lichaam om rust vraagt, zo wil een belast gemoed een zucht kwijt,
een vloek, een snik. Het is de stoom die van de ketel moet.
Daarmee zijn de problemen niet zomaar opgelost, want sommige
problemen láten zich niet oplossen. Het zijn rotzakken, leedbezorgers, chagrijnverwekkers,
obstakels en valkuilen op je levensweg. Maar het zijn wel jóuw rotzakken et
cetera en je zult het ermee moeten doen.
Embrace the ugly,
stond hier laatst op een parkeergarage gekalkt. Ik schreef daar een stukje over, vond het wel een prikkelende gedachte, maar was het er toch niet helemaal
mee eens. Moeten we onze rotzakken omhelzen? Ook dat gaat me te ver. Maar hen een
plaats geven, als ze toch blijven, is wel een idee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten