Ik spaar witjassen. Dat is mijn troetelwoord voor de
dames en heren van de medische stand, die zo vaak in mijn agenda opduiken dat
het wel lijkt of ik er een verzameling van aanleg.
Het lijstje zorgverleners die de laatste maanden mijn pad
kruisen, verbaast me zelf. Een internist. Twee longartsen. Twee urologen. De
huisarts. Een chirurg. Twee revalidatieartsen. Een oogarts. Een optometrist. Een
cardioloog. Een neuroloog. Een psycholoog. Een fysiotherapeut. Een oedeemtherapeut.
En de trombosedienst. Ofwel zeventien verschillende witjassen in pakweg een
kwartaal.
Niet dat ik doodziek ben. Ik bedoel: ik mankeer wel het
een en ander, maar het is allemaal niet kritiek of dramatisch. Nee, zo loopt
het eenvoudigweg als je een paar aandoeningen tegelijk hebt. De ene dokter
verwijst je door naar de volgende. Bij een paar andere moet je regelmatig op
controle. Het bewegingsapparaat, de vochthuishouding en de doorbloeding vergen
onderhoud van zorgverleners die daarvoor doorgeleerd hebben. Ook leiden sommige
ingrepen tot complicaties die weer voor extra medische dates zorgen.
Het voelt wel vertrouwd aan als je zo royaal met zorg
wordt omspoeld, maar je moet ook oppassen dat je geen fulltime patiënt wordt. Ik
moet het mezelf regelmatig inpeperen: een mens is méér dan zijn moeilijke darm,
haperende gewrichten of stotterende hart, méér dan wat-het-niet-goed-meer-doet,
méér dan zijn mankementen. Het leven bestaat uit wat je maakt van je
mogelijkheden, ook als er zich gaandeweg beperkingen aandienen. Of misschien
zelfs vooral als er zich gaandeweg
beperkingen aandienen.
Naast al die uren in wacht-, spreek- en behandelkamers, hou
ik me voor, is er nog een zee aan tijd voor mooie, plezierige, warme, zinnige,
zinnelijke, zintuiglijke, verrukkelijke, bedwelmende, ontspannende, ontroerende
en vervoerende belevenissen, ontmoetingen en ervaringen. Als ik dat zo
opschrijf, krijg ik er meteen zin in, in al dat moois en zinnelijks en
verrukkelijks. Zodra ik terug ben van de controle bij de internist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten