Ik sta vaak in de krant. Niet als persoon, maar als
categorie. De ene keer gaat het over kanker, dan over luchtwegaandoeningen, een
ander maal over vaatproblemen, en telkens hebben ze het dus over mij. Hetzelfde
geldt voor arbeidsongeschikten, chronisch zieken en mensen met beperkingen. Voor
bezitters van een rollator of invalidenparkeerkaart. Voor senioren
met een groeiende zorgvraag. Er zijn dagen bij, dan vul ik zomaar het halve
ochtendblad.
Dat is niet iets om ijdel van te worden en opgewekt naast
je schoenen te gaan lopen. Integendeel: je moet oppassen dat het leven met mankementen
je niet mies maakt. Die mankementen zorgen voor een gestage afbraak van
energie. Hoe meer energie je verliest, hoe minder mogelijkheden je overhoudt en
hoe meer beperkingen je oploopt. De balans tussen wat je zou willen en wat je
nog wèl en niet meer kunt, wordt steeds schever. Houd daar maar eens een zonnig
humeur bij.
O zeker, je hebt ze, mensen die ondanks een abonnement op
tegenslag fluitend door het leven gaan en van elke lastige dag een feestje
weten te maken. Maar dat talent is niet iedereen gegeven. Optimisme is geen
optie die je maar hoeft aan te vinken bij pech onderweg, het is een houding die
zich in de loop van een leven al dan niet heeft ontwikkeld.
Zelf reken ik me tot de positivo’s noch de somberaars. Doorgaans
ervaar ik een soortement gedempte monterheid, het materiaal waarmee kennelijk
de bodem van mijn ziel gestoffeerd is. Maar nu en dan is het me duisterder te
moede, vooral als ik me realiseer dat er medisch geen verbetering, slechts
verslechtering te verwachten is, een proces dat eigen is aan progressieve aandoeningen.
Ik denk dat de mens dermate is ingesteld op vooruitgang
dat hij slecht zonder dat wenkende perspectief kan. Niet voor niets is ‘komt goed’ een cliché van jewelste, een rituele bezwering die als passe-partout
dient in alle mogelijke gesprekken, of ze nou over economie gaan, gezondheid,
of het weer. Vandaag regent het weliswaar, maar morgen schijnt de zon, het komt
goed, het komt heus goed.
Als die bezwering niet opgaat, zoals bij een ziekte die
langzaam maar zeker erger wordt, zijn we onthand. Wat moeten we zonder de
troost dat onze sores ook wel weer zullen overgaan? Dan zit er maar één ding op,
geloof ik: proberen in te zien dat sores bij het leven horen. – Lees de krant
er maar op na.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten