In Nieuwegein breekt 29 augustus a.s. Het Grote Zorgdebat
los. Dan debatteren liefst 1100 betrokkenen en woordvoerders van negen
politieke partijen over de vraag of en hoe de kwaliteit van de Nederlandse
gezondheidszorg op peil kan blijven met meer patiënten en minder geld.
Ongetwijfeld komt dan het recente rapport van Ab Klink
weer aan de orde. Voor het bureau Booz & Co stelden hij en enkele medeauteurs
onlangs vast, dat de zorg kan verbeteren én miljarden kan besparen door overbodige
en ondoelmatige handelingen te schrappen. PvdA, CDA, VVD en ChristenUnie
toonden zich ingenomen met het rapport. De Volkskrant, die 10 augustus met het onderzoek opende,
concludeerde vlot: ‘Hoeveel geld is de afgelopen jaren besteed
aan, naar nu blijkt, zinloze ingrepen?"
Overbodig, ondoelmatig, zinloze miljarden:
nou nou. Maar nu de feiten.
Klink c.s. zeggen dat allerlei medische
ingrepen ‘veel te vaak ten onrechte zijn en worden uitgevoerd’. Als voorbeelden
noemen ze het verwijderen van baarmoeders en keelamandelen en operaties bij
vroege prostaatkanker. Overdaad schaadt; vaak is het beter behoedzaam af te
wachten, en zodoende flink te bezuinigen. Van één van die onderwerpen weet ik
helaas iets meer – het rapport presenteert hier ergerlijke onzin.
Het idee van overbodige prostaatoperaties stoelt
op een langlopende Amerikaanse studie die geopereerde prostaatkankerpatiënten
vergeleek met mannen bij wie de specialist waakzaam toezag op het beloop van de
ziekte en zonodig ingreep met medicamenten. De sterftecijfers na tien jaar waren
vergelijkbaar, zodat de operaties (met risico’s als incontinentie en
impotentie) achteraf onnodig en onwenselijk leken.
Het bedoelde onderzoek, Pivot genaamd,
bestreek echter slechts 731 respondenten: veel te weinig om er verstrekkende
conclusies aan te kunnen verbinden. Het beeld werd bovendien vertekend door de leeftijd
van de ondervraagden: 90 procent was boven de zestig. Het gevaar van
prostaatkanker neemt af naarmate de gediagnosticeerde patiënt ouder is, zodat
de studie vooral aantoonde dat mensen met een weinig gevaarlijke prostaatkanker
het ook zonder operatie meestal wel redden.
Die slotsom is niet al te onthutsend. Als na
onderzoek onder duizenden relatief jonge mannen met vroege (nog niet
uitgezaaide) prostaatkanker de ondoelmatigheid van operaties was komen vast te
staan, dán had Pivot opzien gebaard. Maar zulk nieuws komt er nooit, want
kankercellen groeien bij jonge mensen nu eenmaal sneller dan bij ouderen. Nu
valt uit Pivot eigenlijk alleen te concluderen dat arts en patiënt goed moeten
nagaan of een operatie de juiste behandeling is. Zo ongeveer protocol in
Nederland.
Klink heeft ook maar selectief geshopt in de
onderzoekswinkel. Hij verdiepte zich niet in een Zwitsers-Italiaans onderzoek
onder 1740 mannen met als conclusie dat mannen met prostaatkanker meer kans
hebben deze te overleven als het aangetaste orgaan wordt verwijderd. Zo geeft een recent Scandinavisch
onderzoek aan, dat vroegtijdig opereren kosteneffectiever is dan waakzaam
wachten. Volgens andere statistieken biedt tijdige prostaatverwijdering 90
procent kans op een vijftienjaarsoverleving, méér dan andere behandelingen. Maar
Klink heeft die feiten niet nodig om retorisch te concluderen: ‘Moeten we bij
prostaatkanker altijd maar opereren?’
In Nederland
krijgen jaarlijks 10.000 mannen te horen dat zij prostaatkanker hebben en
overlijden er jaarlijks 2500 aan de gevolgen ervan. Geen getallen die noden tot
riskante acties, zeker niet voor een oud-minister van volksgezondheid. Maar die
gooit even een boel prostaatoperaties weg en denkt hink-stap-sprong miljarden
te bezuinigen.
De overlevers
weten in elk geval dat ze hun gezondheid niet aan Ab Klink te danken hebben.
Zie ook www.hpdetijd.nl/leven/matt-dings