Goed, dan niet. Geen punt hoor.
Even goede vrienden. Ik zit er echt niet mee. Maar slim is anders.
Had ik vorig jaar op deze plek
zo’n mooi alternatief voor Hemelvaart bedacht, heeft niemand daar oren naar.
Als het bijtijds was overgenomen, hadden we dit jaar al de eerste Nationale
Hemelse Dag kunnen vieren, een happening voor gelovigen en ongelovigen met een
motto dat iedereen aanspreekt: de fijnste feestdag van het jaar. De hele wereld
had ons erom benijd, tv-stations van heinde en verre waren erop afgekomen, de
talkshows kwamen er niet over uitgepraat en in verspreide metropolen gingen
massa’s de straat op om in navolging van Nederland óók een Hemelse Dag op te
eisen. Had allemaal gekund, is allemaal niet gebeurd. Soit.
Ik ben dus maar in mijn eentje
Hemelse Dag gaan vieren. Echt in mijn eentje, want mijn geliefde had het te
druk met dringender zaken. Ik dus op mijn scoot de zomerwarmte in om me te
verlustigen aan de bermflora, die her en der stond te bloeien alsof het
allemaal niks kostte, wat nog waar was ook. De zon streelde mijn kruin, de
heerlijkste bloemengeuren dreven voorbij, vogels floten er passende sonates bij
en ik neuriede mijn oude held Ray Davies na, ‘lazing on a sunny afternoon,’
luierend op een zonnige middag.
Ik stopte ergens aan het water
waar een paar bomen en een ranke fietsbrug perspectief aan het landschap gaven
en mijmerde een tijdje over de hemel. Wie wist daar nog wat van, sinds de
secularisering met het geloof ook het hiernamaals tot iets van vroeger had
gemaakt? Als katholiek misdienaartje kon ik me nog wel een voorstelling van de
hemel maken. Niet al te concreet, maar dat het er aangenaam was, wist ik zeker:
een geheime plek in de wolken waar de doden elke dag goede zin hadden.
Gaandeweg taande die zekerheid om plaats te maken voor het idee dat het menselijke
voortbestaan zich beperkte tot de herinnering en de geschiedenis: een echo van
ooit, die ijler en ijler werd en oploste in de abstractie. Maar ja, daar maak je
niet eentweedrie een nationale feestdag van.
Zo zat ik daar aan het water te
peinzen, tot ik het ineens zag. Die hemel bestaat wel degelijk. In ons hoofd.
Op de plek waar de verbeelding woont. Nergens zijn we gelukzaliger dan in onze
dromen, nergens zijn de mensen mooier en liever, is de natuur weergalozer, zijn
verrukkingen verrukkelijker en sensaties sensationeler. We dromen met gemak een
hele zevende hemel vol, en een achtste toe.
Enfin, daar was ik wel even
zoet mee, ik werd er helemaal loom van, lazing on this sunny afternoon. “Fijn
tochtje?” vroeg de geliefde. Ik knikte: “Het was nog een hele trip.”
zo geweldig dat we ieder onze eigen verbeelding mogen hebben, daar kunnen we veel in kwijt en veel uithalen. mooi geschreven Matt :) graag gelezen.
BeantwoordenVerwijderenIk ben ook blij met die verbeelding. Dank voor je reactie.
Verwijderen