Hoe goed zijn presidentschap is
geweest, moeten de kenners beoordelen en daar hoor ik niet helemaal bij. Bovendien
voel ik me als eenvoudig blogger eerder een mompelaar aan de Dommel dan een
beschouwer van de wereldpolitiek. Maar sommige onderwerpen houden zowel leken
als experts in hun ban. Wilders, bijvoorbeeld. Poetin. Trump. En Obama dus. Of
de Obama’s, want the First Lady mag er in dit opzicht ook wezen.
Waarin Obama zich vooral
onderscheidt, is zijn oratorisch talent. Hij is een spreker pur sang. Hij heeft
er de stem voor, de blik, de timing, de humor en het gevoel voor het rake
woord. Dat simpele zinnetje Yes We Can! van
drie woordjes en een uitroepteken kon alleen maar zo’n bedwelmend effect krijgen
omdat het werd uitgesproken zoals Obama dat deed. Ook al kon je het niet geloven, je wou
het geloven.
In al die acht jaar dat we hem
bezig hebben gezien, heeft hij dat speciale charisma behouden. Wat er ook viel
af te dingen op zijn prestaties, hij hield dat vermogen een publiek in
vervoering te brengen met een idee. Niet met sprookjes of onhoudbare beloftes,
maar met gloedvolle betogen dat er ginds aan de horizon een betere toekomst
wenkte. In een tijd van groeiend cynisme verspreidde hij onversneden hoop.
Hoop, daar kan ik slecht tegen.
Ik luister naar serieuze commentatoren en chagrijnige criticasters, wik, weeg, knik,
aarzel, maar komt er iemand langs om met verve over de hoop te vertellen, dan
ben ik óm. Hoop is een onuitputtelijke krachtbron, een magneet die je vooruit trekt.
En naast die hoop belichaamde
Obama ook iets anders dat me aanspreekt: fatsoen, stijl, klasse, waardigheid.
Het zijn begrippen waar je momenteel niet gemakkelijk de verkiezingen mee wint,
maar daarom niet minder hoogstaand. Met Trump in het Witte Huis, is het met
zulke waarden gedaan. Een heer maakt plaats voor een rouwdouw, niveau voor
nouveau riche. Ik heb nu al heimwee.
Bij zijn afscheidsspeech dankte
Obama zijn vrouw Michelle voor haar inzet ‘met stijl, gratie en humor’. Hij schoot
even vol, en met hem, schat ik, nog een paar miljoen Amerikanen, en minstens
één Nederlander.
En, nu ik dit lees, twee.
BeantwoordenVerwijderen