Ik wed dat heel wat mensen zich
op 1 januari voornemen, in het nieuwe jaar eens flink te minderen. Ze gaan
minder snoepen / roken / pimpelen / pezen / lummelen / facebooken en noem al
die slechte gewoontes maar op. Ik niet. Ten eerste omdat ik me al lang geleden
heb voorgenomen nooit meer voornemens te maken omdat die meestal toch loos
blijken. En ten tweede omdat ik me het minderen niet hoef voor te nemen: dat gaat bij mij vanzelf.
Ik ga er elk jaar volautomatisch
een beetje op achteruit, niet precies per 1 januari, maar geleidelijk aan. Dat
is eigen aan COPD, waarbij de longen langzaam maar zeker slechter worden, een
proces dat in de medische wetenschap ‘progressie’ heet, bij mijn weten de enige
achteruitgang die als vooruitgang te boek staat. Je kunt het meten via
blaastesten, maar daar ben ik mee opgehouden toen de percentages deprimerend
werden. Ik weet het ook wel zonder blaasproef: als elke inspanning meer moeite
kost, wordt het leven beperkter.
Ik zeg het niet precies genoeg,
want niet het leven wordt beperkter, maar de mogelijkheden nemen af. De actieradius,
de keuzes, het tempo en de duur stuiten op limieten die stilletjes krimpen en vervolgens
weer om nieuwe aanpassingen vragen.
Dat is niet gemakkelijk, want
het hoofd wil vaak meer dan het lichaam kan. Het zit nu eenmaal in de mens dat
hij vooruit wil. Zoals elke dag naar morgen toe tikt, zijn wij ook aldoor
onderweg naar de toekomst, naar verse kansen en nieuwe mogelijkheden. Naar meer
en niet naar minder. Het hele taaleigen is ervan doordrenkt. We willen plussen.
Vooruitgang. Progressie. Perspectief. Positiviteit. Stilstand is ambitieloos,
saai en hooguit acceptabel als pauze. En nog erger is achteruitgang, beperking,
vermindering. Minder is de laatste etappe op weg naar het niks en daarom
negatief.
Maar de plussen en minnen zijn
honderd procent eigen aan het leven, net als eb en vloed, op en neer, lief en
leed, nat en droog. Het geknetter tussen die polen geeft het leven zijn
elektriciteit. – Terwijl ik deze laatste regels opschrijf, aarzel ik alweer,
want dat die minnen erbij horen moet ik mezelf wel regelmatig inpeperen. Dat
doe ik bij deze dan maar weer eens. Het is er wel een goede dag voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten