Het wemelt van de nieuwe
partijtjes die willen meedoen aan de komende verkiezingen. Maar er is gelukkig
ook een nieuwe partij die helemaal niet aan een Kamerzetel denkt. Dat is de
Vriendelijkheidspartij, een creatie van taalkundige Wim Daniëls.
Hij kwam er daags voor Kerst
mee: “Als ik nou ook
eens een nieuwe politieke partij begin: de Partij voor de Vriendelijkheid, die
dan natuurlijk niet meer af te korten is tot PVV, want die afkorting is al
bezet. De Vriendelijkheidspartij wordt het dan, de VP, met als voornaamste
motto: wees vriendelijk voor elkaar. Dan kan er toch weinig misgaan, zou je
zeggen. De Griekse dichter Aesopus zei het 600 jaar voor het begin van onze
jaartelling al: 'Geen enkele daad van vriendelijkheid, hoe klein ook, is
verspilde moeite.' Aanmelden voor een plaats op de kandidatenlijst kan
hieronder.”
Dat leverde binnen de kortste
keren 1,1 K aan positieve reacties op, waaronder een héél vriendelijke, die de
kakelverse quasipartij maar meteen aan een fraai logo hielp (zie boven). Ik val
Wim Daniëls ook graag bij. Vriendelijkheid mag wel eens in het zonnetje worden
gezet. Er kleeft een onverdiende onnozelheid aan het begrip, alsof het een
gemis aan kritisch vermogen en assertiviteit camoufleert. Ook wordt
vriendelijkheid gewantrouwd omdat het misschien wel gespeeld is, of hypocriet,
of commercieel gemotiveerd. Maar vriendelijkheid is zoveel méér dan naïef of
leep.
In synoniemenlijsten heeft vriendelijk eenzelfde
gevoelswaarde als aardig, attent, goedaardig, hartelijk, hulpvaardig, lief,
menslievend, beminnelijk, voorkomend, welwillend en zachtmoedig: stuk voor stuk
woorden die een ongemeen plezierige wereld oproepen, een wereld waarin mensen
elkaar gedag zeggen, voor laten gaan, een dienst bewijzen, respecteren en met
aandacht aanhoren. Kom daar maar eens om in de krochten van Twitter of het
grimmige universum van Geen Stijl,
waar elk woord wordt gedoopt in onverdunde gal en sociale warmte – nog een
synoniem voor vriendelijkheid – wordt weggezet als aberratie van de Gutmensch.
Nee, geef mij dan maar die heer die nog
weet wat hoffelijkheid is, die meid met haar stralende gezicht, de passant die
zich verontschuldigt als hij me de pas afsnijdt, de boekhandelaar die vraagt
wat ik van mijn vorige aankoop vond, de dokter die oren, ogen en tijd heeft, de
buur die rekening houdt met zijn buren, de buschauffeur die op een hollende
passagier wacht, de politicus die niet sneert maar inspireert.
Zolang het maar geen positivo’s zijn, want
daar heb ik een godgloeiende fucking teringhekel aan.
Alleen maar vriendelijkheid in dit stukje? Daarom jammer van die laatste regel…
BeantwoordenVerwijderen