De wijsheid komt met de jaren,
zeggen ze. Maar zoals ik al eens eerder heb gezegd: ze zeggen zovéél. Volgens
mij komt met de jaren ook de onwijsheid. Dat mag iemand zeggen op de dag dat
hij 65 jaren op zijn conto heeft geschreven, het moment waarop, zoals iedereen
weet, oudere jongeren ineens veranderen in bejaarden.
Zo word ik net als andere grijsaards
verstrooider. Vanochtend dacht ik even dat ik 56 was geworden, tot Ingrid me
uit de droom hielp en me stralend feliciteerde met de barre werkelijkheid. Vervolgens
zoemden me op de smartphone de gelukwensen om de oren van familieleden,
vrienden, vroegere collega’s en verse lotgenoten. Er kwamen ook felicitaties
van mensen die ik sinds tijden niet had gezien of gesproken, zoals de derde van
mijn negen hoofdredacteuren en een vriendin uit een vorig leven. Sommigen
drukten me zowel per briefkaart als per Facebook als per sms aan het hart, wat
me wel héél jarig stemde.
De dag begon met een cadeau
gekregen eigentijds concert in een zaal van – kom, hoe heet-ie ook weer, van
dat sloophout, laatst nog gezien in een tv-documentaire - Piet Hein Eek. met een
hoofdrol voor een elektronisch instrument waar ik nog nooit van had gehoord en
waarvan ik de naam maar niet wist vast te houden, al was het de moeite waard. Na
afloop stapten we welgemoed in onze luxewagen, die al bijna net zo oud was als de
eigenaar en die het uitgerekend op dat moment wel welletjes leek te vinden,
althans niet meer startte. Drie kwartier later kwam de Wegenwacht ons redden van een
wisse vriesdood. Verlichting vergeten, accu leeg. Vergeetachtiger word je óók
met de jaren.
Weer thuis, kwam alles goed.
Een stroom berichten. Ansichtkaarten. Het antwoordapparaat. Tulpen uit
Amsterdam. Een gelukwens van een boom die sterk op een mooie vrouw leek, of
andersom. Mexicaanse sombrero’s. Venlose perfietsiats.
Een Portugees parabens para você. Dronken
glazen. Ballonnen. Een stoet hiephiephieps. Ik werd er een beetje duizelig van.
In de verte klonk een fanfare – kwam die me een serenade brengen? Daar dansten
dansmarietjes de straat in, da’s waar ook, daar had ik ooit een bijlage over
volgeschreven. Ik geloofde mijn ogen niet, want nu dienden zich wel vijftig
vendelzwaaiers aan die het hun wapperende paarsblauwe dundoeken het hele
straatje vulden. Er volgden acrobaten, jongleurs, potsenmakers, vogelaars en lilliputters
met malle aapjes. Te veel om op te noemen, dus dat doe ik niet, maar lieve
luitjes: allemaal zeer bedankt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten