Ik ga me maar eens goed kwaad
maken. Het is nu of nooit en beter vroeg dan laat. Laat de onderste steen maar boven
komen.
Hoe het komt weet ik niet, maar
ik ben tijdelijk in de ban van tegenstellingen. Het leven, of in elk geval de
taal, wemelt ervan. Met ‘leven’ doemt meteen al de grootste op, want er is geen
scherper contrast te vinden dan dat tussen leven en dood. We bestaan, en als dat
ophoudt zijn we er niet meer: het is ja of nee, alles of niets. Gelovigen
proberen de kosmische leemte tussen die twee polen te vullen met een hemel
waarin overledenen toch nog min of meer voortleven, maar dat verzacht de
tegenstelling toch niet echt. Want ook voor gelovers maakt de dood in elk geval
een resoluut einde aan hun huidige concrete leven.
Als je het eenmaal ziet, zie je
het overal. Het goede staat lijnrecht tegenover het kwade en het foute. De
oorlog houdt pas op als er vrede komt. De hoop wedijvert met de wanhoop. Ik ben
ziek maar jij bent gezond. Wij wonen op het noordelijke en zij op het
zuidelijke halfrond. Oost is oost en west is west. Gij zult elkander niet haten
maar liefhebben.
De een is werkzaam, de ander
werkloos. Sommigen zijn ijverig, anderen lui (kan ook voor werklui gelden). Het
is een kwestie van geven en nemen. Of je nu hoog of laag springt, daar word ik
niet warm of koud van. Dat gaat op voor groot en klein en oud en jong. We zijn
binnen of buiten, behalve rijkelui, want die zijn zowel binnen als buiten
binnen. Is het nu ja of nee? Welles of nietes?
Tegenstellingen trekken elkaar
aan zoals de plus en de min van een magneet dat doen. Elk pro zoekt zijn
contra, elk recht zijn krom, elk yin zijn yang. We spelen graag met die
uitersten. Ze hebben de charme van de overzichtelijkheid en brengen de
complexiteit van het leven terug tot een heldere keuze tussen het een of het
ander. Voor eventjes is het linksom of rechtsom in plaats van die eeuwige
gulden middenweg.
Nuances en compromissen zijn
heel verstandig, maar óók saai. Af en toe zou je de polen moeten opzoeken. Word
vandaag eens laveloos, ga morgen mediteren, maak van dinsdag dandy- of divadag, eet woensdag bij Michelin, zing
donderdag het hoogste lied, voer vrijdag geen fluit uit, werk je zaterdag uit
de naad en zondig de hele zondag.
Dan nu dus een wijntje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten