Het is nu tweeëneenhalf jaar geleden dat ik de wereld van
het betaalde werk verliet en verder ging als vrij blogger. Geen baas meer, geen
vaste werktijden, geen deadlines: heerlijk. Voortaan zou ik alleen nog
schrijven als ik er zin in had. Maar dat moest toch wel een of twee keer per week
lukken, vond ik - de oude arbeidsmoraal was nog niet zomaar verdwenen.
Zo gezegd, zo gedaan. In een vast ritme verschenen er elke
week nieuwe stukjes. Tot twee weken geleden, want toen droogde de stroom ineens
op. Eerst gunde ik mezelf de luwte van de feestdagen. Vervolgens had ik ‘even’
geen inspiratie. Soms welde er iets op en begon ik vol elan te tikken, maar
realiseerde ik me gaandeweg dat ik er twee jaar geleden ook al over had
geschreven. Of ik zat een halve middag te broeden op halve gedachtes die maar
niet heel wilden worden, zodat in mijn hoofd bij het invallen van de schemering
ook het licht uitging.
Het zat me niet lekker. Ik moest echt aan mijn oude
regelmaat vasthouden, want anders was het hek van de dam. Vaste lezers zouden
het ook niet begrijpen als het maar stil bleef op mijn blog, dacht ik
vanochtend zelfs. Dat vond ik wel een beetje pedant – alsof de wereld
reikhalzend naar mijn jongste stukjes uitkeek. Maar prompt kwam er vanmiddag
een bezorgd mailtje dat informeerde of het wel goed met me ging gezien het feit
dat ik al zo lang niets meer had geschreven.
Nee, er is niks bijzonders, hooguit meer van hetzelfde, een
overdosis witte jassen bijvoorbeeld, niet bevorderlijk voor het levensgeluk,
maar toch ook weer niet iets om somber van te worden, of sprakeloos. Bij mijn
weten heb ik ook geen writer’s block,
de zweepslag die schrijvenden de pen uit de hand slaat en er kramp voor
teruggeeft. Ik ben denkelijk onbewust in een schrijfpauze verzeild, een periode
waarin het denken te vaag is en de woorden niet popelen en de verbeelding ook al niet aandringt. Een pauze die
morgen kan ophouden, maar misschien ook nog wat ruimte wil. Ik zie wel, en u
ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten