Nog even en ik ben jarig. Niet dat ik er erg naar uitkijk of
er erg mee zit, want zo bijzonder is het niet, ik heb het al diverse keren meegemaakt.
Maar dit jaar is er iets mee aan de hand.
Om te beginnen valt mijn verjaardag dit keer op de eerste
maandag van de laatste week van januari, en die staat te boek als Blue Monday, de meest deprimerende dag
van het jaar. Blue Monday is een uitvinding van de Britse psycholoog Cliff
Arnall, die er jaarlijks heel wat media mee haalt, hoewel het pure pseudowetenschap
betreft. Zijn redenatie: de dagen zijn donker, goede voornemens mislukt, de
vakanties ver weg, en dan is het ook nog eens de eerste dag van de werkweek,
dus geen uitgelezener dag voor mismoedigheid dan deze dag-van-de-blues.
Het is nattevingerpsychologie, die in academische kringen
heel wat hoon opleverde. Evengoed hangt er nu wel een doem boven mijn
verjaardag. De meest deprimerende dag van het jaar: hoera, hoera! Het zal me
worden ingepeperd door de kranten, op Facebook, door vrienden die me
condoleances sturen – verschrikkelijk. Deze Blue Monday wordt een zichzelf
vervullende profetie.
En dan word ik ook nog eens 64, de leeftijd die door de
Beatles ironisch werd bezongen als die waarop men voor de haard zit met een
breiwerkje of een kleinkind op de knie, en
ootmoedig vraagt: ‘Will you still need me / Will you still feed me / When I’m
sixty-four?’
De geest van de late levensavond waaide me al tegemoet toen
ik gisteren op bezoek was bij een hoogbejaarde dame die flink aan Alzheimer
leed en bijgevolg nogal rechtuit was. Ik liep op haar af, stram en moeizaam
door een mankement aan een been, en zij zei hoofdschuddend: ‘Je loopt als een
oud mannetje.’ En ik was en ben nog maar 63.
Ach, wat zou het. Word ik ouder? Ik mag het hopen. De
gebreken neem ik op de koop toe. Laat de leden maar strammer worden, als de
geest maar lenig blijft. Dan ben ik, vrij naar Willem Kloos, zelfs stokoud nog
een jonge God in ’t diepst van mijn gedachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten