Jezelf ergeren is zonde van je tijd, ik weet het, maar ik
moet ‘t toch even over een ergernis hebben, misschien dat ik het dan kwijt raak.
Het is maar een kleintje, ik ga er niet van schuimbekken, hooguit bedenkelijk
kijken, maar hardnekkig is-ie wel. Ik bedoel dat alles maar waanzin heet, tegenwoordig.
Dan gaat het dus niet over de akelige psychiatrische
stoornis die gepaard gaat met ingebeelde stemmen, schijnvoorstellingen, angsten
en diepe verwardheid. Nee, dat ene vioolconcert, die voetbaltopper en dat
nieuwe eettentje waren pure waanzin! De laatste creaties van couturier X, de
eerste asperges, een voorjaarsdag in de winter: waanzin! Hoeveel de schrijver
produceert, hoe goed de deejay is, hoe hard de tennisser smasht: waanzin!
Als het je eenmaal opvalt, is er geen houden meer aan. In
Wanroij hebben ze het jaarlijkse dorpsfeest Waanzinnig
Wanroij gedoopt. Op de Wadden vieren ze Waanzinnig
Texel. In Delft levert reclamebureau Waanzinnig
‘communicatie waar deze tijd om vraagt’.Bij Waanzinnig Tilburg kun je verantwoord eten in mensvriendelijk
verband. Een bekende kindermusical heet Waanzinnig
gedroomd, een populair-wetenschappelijke kinderboekenreeks Waanzinnig om te weten. Centerparcs kent
een Waanzinnige woensdag. De
aanstaande Nacht van de Vluchteling wordt volgens de organisatie een ‘spectaculair
evenement met waanzinnige artiesten’.
Het schijnt een typisch Nederlandse gewoonte te zijn om je
uit te drukken in termen van ziektes. Dat valt vooral op bij verwensingen als ‘krijg
de kolère’ of ‘tyfuslijder’ en emotionele uitroepen als ‘de pest in hebben’. Opmerkelijk
is dat hierbij maar een beperkt aantal zware aandoeningen in zwang is. We schelden
bijvoorbeeld op pokkenbuitenlanders en niet op poliomarokkaantjes; we schrikken
ons de pleuris of een rolberoerte, maar niet een emfyseem of HIV. Een
geestesziekte als waanzin lijkt dan weer wél geschikt om onze woorden een
zekere heftigheid mee te geven.
Als termen in de mode komen, willen ze nogal eens los raken
van hun oorspronkelijke betekenis, en dat geldt zeker voor waanzin. Daarbij
valt op dat waanzinnig aanvankelijk als een versterkend adjectief gold, maar nu
vaker zelfstandig wordt gebruikt. Iets is niet meer waanzinnig goed of mooi,
maar kortweg waanzinnig of, nog korter, wáánzin! Wat zoveel wil zeggen als: buitengewoon,
met pauken en klaroenen.
Maar omdat het om een modewoord gaat, treedt er ook al snel
inflatie op. Een ernstige geestesziekte wordt gereduceerd tot iets buitengewoons,
en inflateert zodra de link met de psychiatrie vergeten is, verder tot iets
grappigs en kleurrijks, een etiket dat je ook op kinderpartijtjes en braderieën
kunt plakken: laten we eens gek doen met z’n allen, té gek, prettig gestoord,
hop faldera!
Ik zou zeggen: laat de liefhebbers van de gezellige waanzin
zich eens vijf minuten inlezen in de echte variant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten