NPO1 bood gisteravond een heerlijke documentaire over de
ijsvogel, de kleine kleurige kampioen visjesvangen, die in Nederland dreigde
uit te sterven, maar met het schoner worden van het water zich weer wat vaker
laat zien. De beelden van het snelle, slimme, sierlijke prachtige vogeltje
deden me denken aan Hans Waanders, een vroeg gestorven Bossche kunstenaar, in
wiens nagelaten oeuvre de kingfisher
een ereplaats inneemt.
Zijn werk werd aangekocht door onder andere het MoMA, de
Tate Gallery en het Centre Pompidou, maar ik had er waarschijnlijk geen weet
van gehad als Hans Waanders niet toevallig een kennis van me was geweest. In
zijn atelier had hij me eens getrakteerd op een exposé over zijn fascinatie
voor de ijsvogel, gelardeerd met kunstwerken die daaruit waren ontstaan. De
bijzondere band was ontstaan op een herfstdag in 1982, toen hij het mooie diertje
spotte bij een watertje in de buurt van ’s-Hertogenbosch. Thuis sloeg hij er
een vogelgids op na en noteerde allerlei wetenswaardigheden, die zijn
nieuwsgierigheid aanwakkerden, zodat hij steeds meer bronnen ging raadplegen en
een gestaag groeiend dossier aanlegde.
Al die (internationale) data ordende hij dan weer tot
kunstzinnige verzamelingen, ondergebracht in kunstenaarsboeken. Zo noteerde hij
hoe de roep van de ijsvogel in tachtig handboeken van ornithologen steeds
anders werd weergegeven: het kon klinken als Tsjie tsjie, of Tzziii, of Zeeee
sreeee, maar ook als Ziii zriii, of Tsjie kie, of Tit tit tit. Ook stuitte hij op
een alfabet voor doofstommen, waarin met veertien handgebaren het begrip Martin Pescador (Spaans voor ijsvogel)
werd uitgebeeld; hij maakte er een prentbriefkaart van. Voor Hans Waanders
weerspiegelde zoiets het ideaal dat zich niet laat kennen ook al weet je er nóg
zoveel vanaf.
De voortdurende pogingen het wezen van de ijsvogel te
doorgronden hadden iets ritueels, iets bezwerends. Hij reisde bijvoorbeeld naar
diverse landen waar de ijsvogel voorkomt om zichzelf daar te fotograferen in
een T-shirt met als opdruk Alcedo atthis
(Latijn voor ijsvogel) en er stokken in
het water te plaatsen om het diertje te helpen bij het duiken naar prooien. Ook
bewerkte hij vogelgidsen door op alle foto’s een stempel van een ijsvogel te plaatsen
en aldoende de hele avifauna te verijsvogelen. Het leek wel één grote exercitie
om de eenzaamheid van de ijsvogel op te heffen.
Hans Waanders, die al heel lang last had van zijn nieren en
zijn hart, stierf in 2001. Vijftien jaar later zou de terugkeer van de ijsvogel
in het Nederlandse landschap op TV worden gevierd. Alsnog gefeliciteerd, Hans.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten