zondag 26 april 2015

Bij de dood van Albert de Lange


Nu Albert de Lange weer. Een van de namen uit het rijtje Pieter Steinz, Hans Vogels, René Gude en Albert de Lange: ongeneeslijk zieken die in de media verslag deden van hun verkorte weg naar het einde. Van dat viertal is inmiddels alleen Pieter Steinz (ALS) nog in leven. Hans Vogels en René Gude legden het als eersten af tegen hun kankers; Paroolverslaggever Albert de Lange besloot dit weekeinde dat het genoeg was geweest. 

Ik kende geen van allen persoonlijk en toch troffen de doodsberichten me alsof het bekenden betrof. Ik was hen gaan volgen bij hun laatste gedachten, weergegeven in columns en interviews, en vond het boeiend hoe zij uitkwamen voor hun gevoelens zonder larmoyant te worden of de lezer een gevoel van voyeurisme te geven. Er speelde ook een zekere herkenning. Ik loop gelukkig niet met de dood in mijn schoenen, maar heb wel weet van een paar nare, riskante aandoeningen en schrijf daar af en toe over, in de hoop dat iemand – al was ik het zelf maar – er wat aan heeft. Dus schrik en huiver ik als zo’n verwante schrijver de pen uit de handen valt.

Na Gude en Vogels is nu dus ook De Lange uitgepraat over zijn laatste onderwerp. Het stemt me melancholiek. De dood is zo onverbiddelijk, die hou je uiteindelijk met het duurste medicijn niet tegen, laat staan met het gesproken of geschreven woord. De dood is ook zo definitief en absoluut. Heb je bij leven een probleem, dan is daar meestal wel een mouw aan te passen, maar met de dood valt niets te marchanderen, dan is het over en uit. Klaar is klaar. Voorbij is voorbij. Punt. 

De dood is ook confronterend. Ik zie het niet graag onder ogen, maar Thanatos heeft nu eenmaal een voorliefde voor zieken en zwakken, en daar rekent hij mij ook toe, al is mijn diagnose wat beter dan die van De Lange cum suis. Hun verscheiden stelt mij vragen die alleen de toekomst kan beantwoorden en die toch verontrusten.

Nog eenmaal lees ik Albert de Lange. Zijn laatste column. Hij besluit met: ‘Heb een mooi leven, dat is het beste.’ Die ga ik maar eens inlijsten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten