Is het glas halfleeg of halfvol? Het is een vraag waar ik
al eerder over schreef en die me blijft intrigeren. Dat halve glas verbeeldt
hoe je naar een situatie kunt kijken. Treur je dat je drankje op raakt, of ben
je blij dat er nog heel wat slokjes resteren? Het stilzwijgende antwoord ligt
in de retorische vraag besloten: als het leven tegenzit, kun je je maar beter
concentreren op wat je nog hebt, dan op wat je kwijt bent.
Daar lijkt geen speld tussen te krijgen. Letten op je
kansen geeft energie; een focus op verlies levert alleen maar frustratie op.
Daar komt bij dat optimistische mensen applaus krijgen, dat voor een duwtje in
de rug zorgt, terwijl pessimisten gemeden worden en in een isolement raken dat
hun leven nog moeilijker maakt. Somberaars moeten zich dus maar zo gauw
mogelijk omscholen tot positivo’s. Oké, oké.
Maar nu gaan we het moeilijker maken. Wat als het glas
nog maar voor een kwart of minder gevuld is en de bodem in zicht raakt? Dan biedt
het restant veel minder troost dan bij het halve glas nog het geval was. En dat
is aan de orde als het leven zozeer tegenzit dat beperkingen de overgebleven mogelijkheden
gaan overschaduwen: een situatie die helaas voor heel wat mensen opgaat.
Zelf heb ik bij tijd en wijle weet van die schaduw. Dan
drukt het medische malheur dat ik de laatste jaren heb verzameld op mijn gemoed
en welt er een zekere mistroostigheid in me op, een zeer besef van verlies en
verval, dat gelukkig niet lang genoeg aanhoudt om in neerslachtigheid te
verkeren. Ik probeer mezelf dan voor te houden dat er geen schaduw bestaat
zonder zon, ook al zie ik die even niet. Tot dusver werkt het.
Half zes. De avond valt. Tijd voor een glas.
Proost , allerliefste zwager !
BeantwoordenVerwijderen