Een neef aan de telefoon over een ander familielid, een oude
dame die al enige tijd aan dementie lijdt, inmiddels niet meer zelfstandig kan
wonen en daarom deze week naar een verpleeghuis gaat. Hetzelfde verpleeghuis
waar haar echtgenoot na een beroerte zijn laatste ellendige jaren sleet.
“Dan waren mijn ouders beter af,” zegt neef. “Mijn vader
viel zonder enig voorteken op een dag dood neer en mijn moeder overleed plotseling
in haar slaap. Dat was beide keren een schok voor ons, maar alles liever dan
een lijdensweg van langzame aftakeling.”
De beste manier om dood te gaan: het is zo’n onderwerp dat
het goed doet in kringgesprekken. En ook in de pers. Rond de jaarwisseling
citeerden allerlei media een Engelse schrijvende arts, die sterven door kanker
de beste dood noemde. Wie plotseling heengaat door bijvoorbeeld orgaanfalen,
heeft geen kans gehad zich op het einde voor te bereiden, schreef deze dr
Richard Smith: ‘terugkijken op je leven, laatste boodschappen achterlaten, misschien
nog eens speciale plekken bezoeken, luisteren naar favoriete muziek, geliefde gedichten
herlezen en al naar gelang je geloof uitzien naar een ontmoeting met je
schepper of naar de eeuwige vergetelheid.’
De Brit verwees daarbij naar een vergelijkbaar pleidooi
van de Spaanse cineast Luis Buňuel. ‘Soms denk ik: hoe sneller hoe beter,’
schreef Buňuel eens. ‘Maar meestal geef ik de voorkeur aan een tragere dood,
een verwachte dood, een dood die me toestaat mijn leven nog eens door te nemen
voor een laatste afscheid.’ Als de dood maar niet eindeloos werd vertraagd door
de moderne geneeskunde. Want, aldus Buňuel, ‘in naam van Hippocrates hebben dokters
de meest verfijnde martelmethode uit de geschiedenis uitgevonden: het
overleven.’
Filosoferen over je favoriete dood is natuurlijk een
nogal academisch spel, want doorgaans kiest Magere Hein zijn eigen methodes. Alleen
via zelfdoding en euthanasie valt er inspraak te bedingen, maar dat valt weer
buiten het bestek van het spel. Ik geloof dat ik in mijn leven zo langzamerhand
alle varianten op de dood heb zien passeren – onverhoeds, traag, gewenst,
geregisseerd, veel te vroeg, mooi, aartslelijk –, maar geen van alle spraken ze
me erg aan. De dood, welke dan ook, maakt een onverbiddelijk einde aan een
leven, en dat heb ik tot dusver in alle voorkomende gevallen betreurd, hoeveel relativerende
nuances er ook waren.
Mijn favoriete dood? Ik hoop dat het een beetje meevalt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten