dinsdag 20 januari 2015

De zandloper van het leven

Bij de fitness, gisteren, zag ik mijn naam op de kalender staan. Inderdaad, bijna jarig, weer een jaar verder op de weg van de wieg naar de eeuwen der eeuwen.

Hoe vaak ik het ook doe, verjaren went nooit. Elke keer weer welt er een lichte melancholie in me op, een besef van voorbijgang en vergankelijkheid, dat niet zozeer heimwee is, maar eerder een notie van eindigheid en relativiteit. Het besef dat we elke ochtend trouwhartig beginnen aan een dag die morgen alweer gisteren heet en wegglijdt in vage herinnering of vergetelheid. Het besef dat de toekomst gestaag terrein verliest aan het verleden, tot de zandloper van het leven klaar is.

Doorgaans is dat besef niet zo concreet, niet erg bedreigend, het is een besef in de verte, waar de toekomst zich gewoonlijk ophoudt. We zien wel, luidt de zorgeloze instelling waarmee we ons gewoonlijk zich door de tijd slaan; die zandloper van het leven heeft nog geen haast, morgen weer een dag, de toekomst is eindeloos. Tot er op een kwade dag een dokter langskomt met scans en diagnoses die een streep door de rekening halen. Ai meneer. Uw longen. Uw vaten. Uw prostaat. Helaas.

Sinds ik ook van zulke diagnoses kreeg, kijk ik anders naar mijn verjaardag. De melancholie over de verglijdende tijd heeft gezelschap gekregen van een gevoel voor de urgentie van vandaag. De toekomst is niet meer het eindeloze reservoir waarvoor ik haar vroeger hield, maar het onzekere avontuur dat ze in feite altijd al was. Daarom is het meer dan ooit zaak, in het nu te leven en de kansen van het moment te benutten. Dus hiep hiep: die verjaardag van mij ligt nog een paar dagen weg, maar ik denk ik dat ik ‘m nu al ga vieren.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten