zondag 8 februari 2015

Grijs en toch gelukkig

Het aardige van redeneren is dat je altijd wel je gelijk kunt halen. Wie wil bewijzen dat God al dan niet bestaat, vindt tal van argumenten voor beide ideeën. Oude geleerden betoogden met gloed dat de aarde om de zon draait. Complotdenkers schrijven 9/11 met grote overtuiging op het conto van de CIA. Moslimextremisten weten zeker dat het duivelse Amerika de bron van alle kwaad is. En elke dag legt een of andere opiniemaker haarfijn uit dat alles heel anders in elkaar steekt dan iedereen denkt.

Achter dat grote gelijk, hoe verschillend ook, schuilt steeds dezelfde methode en dat is die van het selectieve winkelen in het warenhuis van de argumenten. Je hebt een vermoeden, zoekt daar een aantal bewijsgronden bij, zorgt voor een zwierige betoogtrant en concludeert dat dus zwart het nieuwe wit is en de cirkel in feite een vierkant en dat de Marokkanen niet deugen.

Ik kom hierop na lezing van Happy to be grey (Engels is het nieuwe Nederlands) in de Volkskrant van afgelopen zaterdag. In dat artikel signaleert Suzanne Weusten drie recente boeken met de these dat de oudere mens zich gelukkiger voelt dan de jongere. Dat vind ik als jongere oudere een prettig idee, dat ik graag zou geloven. Maar ik vermoed dat in minstens drieduizend boeken is bezongen hoe heerlijk het is om jong te zijn en vooral te blijven. Dus dan zijn drie boeken over het geluk van grijs niet meteen overtuigend.

What makes Olga run heet één van die boeken. Het beschrijft hoe de 93-jarige Olga Kotelko onder meer door hardlopen superfit blijft. Maar ik lees erover net na terugkeer van een moeilijk familiebezoek aan een verpleeghuis waar oude, demente mensen hun dagen slijten tot ook de laatste herinneringen op zijn. En dan is het zonnige verhaal van Olga wel erg particulier en weinig exemplarisch voor het levensgevoel van de oudere mens.

Een ander gesignaleerd boek, van de Duitse filosoof van het dagelijkse leven Wilhelm Schmid, gaat over gelatenheid en dat spreekt me meer aan. Schmid stelt dat de ouder wordende mens niet moet proberen eeuwig jong te blijven, maar beter kan leren het leven op zijn beloop te laten en het te nemen zoals het komt. Een stukje levenskunst dat zich volgens de schrijver goed laat verenigen met een fase waarin rust, ervaring, begrip en inzicht sleutelbegrippen zijn. Het sluit aan bij een eerder pleidooi van Schmid om vriendschap te sluiten met de veroudering en bijvoorbeeld te leren langzamer te worden.


Laten is het nieuwe doen, wil ik bijna zeggen. Maar dat kan ik beter laten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten