Het is eigenlijk nog een dag te vroeg, maar ik ben al in
oudejaarsstemming. Al een hele poos zit ik voor me uit te staren met zo’n blik die
niet het nu ziet, maar die zoekt naar eens en toen. Wat een jaar, mompel ik
zonder woorden, en schud bewegingloos het hoofd. Zo heftig, zo moeilijk, zo
betekenisvol.
Het begon zo ongecompliceerd. Ik moest weliswaar het
ziekenhuis in wegens een uitgestulpte ader, maar dat euvel werd vakkundig
opgelost, zodat ik na een paar dagen weer thuis was. Korte tijd daarna werd het
leven opgevrolijkt door de geboorte van een piekfijne tweede kleindochter,
Mimi.
Maar halverwege het jaar sloegen de vaten opnieuw alarm.
Nu bleek er een ader dichtgeslibd. Na een schoonmaakactie verstopte de boel opnieuw,
zodat er in allerijl een lange bypass moest worden aangebracht. De operatie was
ingewikkeld en riskant en zo belastend voor het gestel, dat ik wel tien dagen
op de Intensive Care lag en vervolgens vijf weken lang moest revalideren. Het
kostte me mijn zomer en bijna mijn hachje.
Sindsdien gaat het leven in een slakkengangetje. Soms stemt
het verlies aan kracht en energie wat mies, dan weer ben ik blij dat ik de
aanslag op lijf en leden toch maar mooi heb overleefd. Het is het bekende getij
van het leven, het eeuwige heen en weer van geboorte en dood, van opgetogenheid
en melancholie, van een lach en een traan, maar dit jaar gingen de golven hoger
en dieper dan gewoonlijk. Wat een jaar, mompel ik nog eens zonder woorden.
Morgen neemt dit jaar afscheid met een begrafenis. Tine,
moeder van een dierbare vriendin, is tijdens de eerste sneeuwnacht van het jaar
overleden. Dat is verdrietig, omdat ze nog maar zeventig was. Het is ook goed,
omdat het een einde maakte aan de pijn die haar levenseinde verduisterde. Ook
boven haar graf wiegt het leven zijn ja’s en nee’s, zijn vraag- en
uitroeptekens. En wij wiegen maar mee, mistroostig en blij, bang en hoopvol, moe
en levenslustig, voor de zoveelste keer op weg van Oud naar Nieuw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten