In het Natlab
is een kleine zaal naar hen vernoemd. Maar de jongste productie van Paul en
Menno de Nooijer, Lux, speelt zich af in de podiumzaal van het net geopende,
Eindhovense cultuurhuis.
Lux is
een multimediaschouwspel. Op diverse doeken verschijnen doorlopend beelden, er
klinkt zowel opgenomen als live gespeelde muziek en op het toneel spreken vader
en zoon teksten uit en spelen ze scènes.
De
voorgedragen teksten komen me bekend voor. Sterker nog: ik heb ze voor een
groot deel zelf geschreven. Op deze plek beschreef ik al eerder hoe onze wegen
elkaar kruisten: eerst in een oud herenhuis in de Eindhovense Tramstraat en later
in het duistere spookrijk Carcinomië. Dat onze zonen ook nog eens dezelfde namen
dragen, maakt de krachten van het toeval nog magischer.
In een
ver verleden had ik Paul de Nooijer twee keer geïnterviewd. Lang daarna bleken
we beiden betrapt op prostaatkanker, een gemene aandoening, vooralsnog met
gemene medicijnen klein gehouden. We troffen elkaar opnieuw en bij die
gelegenheid vertelde hij over zijn plan voor een film met ons carcinoom als
kern. Wilde ik mijn prostaatbelevenissen niet eens opschrijven? Wellicht dat
hij die kon verwerken in zijn project. Uiteindelijk nam hij de notities
integraal in het script op.
En zo
zit ik op 12 november wat beduusd naar mijn eigen woorden te luisteren,
uitgesproken door Paul en omlijst door intrigerende beelden en de ijle klanken
van een fluit en een gitaar. Ook al herken ik de woorden allemaal, toch klinken
ze akelig. Over puncties en pijnscheuten. Over voelende vingers in het rectum.
Over de voorlopige conclusie. ‘De uroloog loopt naar de computer op een tafel
die drie meter verderop staat en begint, half van MAN afgekeerd, zwijgend
gegevens in te voeren. MAN weet niet of er nog iets volgt en wacht half
ontbloot op het onderzoekbed af, met aan het hoofdeinde de verpleegster. Dan
zegt de uroloog met de blik strak op het computerscherm en dus nog steeds half
van MAN afgekeerd: “Ik heb twee knobbeltjes gevoeld. Met 70 procent zekerheid
hebt u prostaatkanker. Als ik de biopten heb bekeken, is er zekerheid, maar ga
er maar vanuit dat het een tumor is.” Hij geeft een hand en verdwijnt. MAN
staat op en wankelt. De verpleegster reikt hem een glas water aan.’
Een
carillon klingelt zachtjes Lou Reeds Perfect
Day. Filmbeelden verhalen over een geboorte en jeugdige schoonheid, over
bloed en brandende ziekte, over aftakeling en eindigheid. Een naakte man loopt
door een lange, besneeuwde notenbomenlaan tot hij in het wit vervaagt en zoals
hij zal hebben gehuiverd in die kilte, zo huivert nu iedere toeschouwer, in elk
geval deze.
Maar na
afloop in de foyer dient de gloed van het leven zich weer aan in warme woorden
vol wil en animo. Kunst contra kanker, de lelijkheid met schoonheid bestrijden,
daar moet op gedronken worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten