Wat
lees ik nu weer in de Volkskrant? ‘Onderzoek maakt duidelijk dat 85 procent van
de dingen waarover we ons zorgen maken zich nooit voordoet.’
Het is
zo’n zin die een waaier aan gedachten oproept. Meteen zie ik die onderzoeker
voor me, een oude geleerde met een bleek gezicht en wallen onder de ogen,
gebogen over stapels papieren vol statistieken. Jaren en jaren heeft hij
navorsingen gedaan, want doé het maar eens, controleer maar eens welke
zorgelijke ideeën er daadwerkelijk uitkomen en welke niet. Tellen alle zorgen,
van licht tot zwaar? Zijn er verschillen tussen rijk en arm, man en vrouw,
blank en gekleurd? Hoe de casus te beoordelen van iemand die denkt dat hij aan de longen heeft maar te horen krijgt dat het een hartkwaal is? Een hels karwei,
maar op een dag heeft onze geleerde het geklaard en presenteert hij trots het
resultaat: de meeste zorgen worden geen werkelijkheid.
Je kunt
je dus wel wat afvragen over dit onderzoek, maar het onderstreept weer eens dat
piekeren over de dag van morgen een zinloos tijdverdrijf is. Je kunt net zo
goed in een glazen bol turen in de hoop dat zich daar de toekomst zal
ontvouwen. Het enige dat er met zekerheid over de toekomst valt te zeggen, is
dat ze nukkig is. We schrijven plannen in agenda’s, maar wie weet, glijden we straks
uit over een bananenschil en breken we een ledemaat en krijgen we een heel andere
agenda.
Hetzelfde
geldt voor kopzorgen. O, o, als het beoordelingsgesprek met mijn baas maar goed
afloopt. Als die fietsvakantie maar niet verregent. Als er maar niets mis is nu
X al zo lang niet van zich heeft laten horen. Goede kans dat zulke zaken anders
uitpakken dan gevreesd. En zoniet, dan reageer je er wellicht anders op dan je
vandaag vermoedt.
Dat malen is
onzinnig, iedereen weet het, maar niemand kan het laten. Dat vind ik dan wel
weer ontroerend. Het hoofd weet het allemaal zo goed, maar de buik voelt er het
zijne over: die wil vrijuit hopen en vrezen, dromen en tobben, stralen en
miezeren, wikken en wegen wat de dag van morgen zal brengen. In die zin is
zorgelijkheid de antipode van de voorpret en vormen ze allebei een zijde van
dezelfde medaille.
Nu nog
een bleke professor om de voorpret te ontmaskeren door te bewijzen dat van alle
zaken die ons voorbarig plezieren 85 procent zich nooit voordoet.
Foto: Jeffrey Veen (Flickr)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten