Het is een populair inzicht: carpe diem, pluk de dag,
stel het leven niet uit tot morgen. Je weet namelijk maar nooit of je straks
wordt geschept door een auto of een dodelijke ziekte. Dus, om een beroemd lied
van Youp van ’t Hek te citeren, moeten we dansen
en moeten we vrijen / Moeten we lachen en drinken vol vuur / (-) Leef toch je
leven als je allerlaatste uur.
In
zijn nieuwe programma Allez allez, een ode aan de levenslust, varieert
Gerard van Maasakkers op dat thema: ‘Verleg vur mijn part al oew grenzen, /
laot de regen op oe plenzen. / Bouw ’n huis van afvalhout, zoek ’n lief, word samen
oud. / Doe wa ge altijd al woudt. Straks is ‘t te laat.’
Innemende
oproepen, maar ook een beetje loos. Niemand kan het vuur in zichzelf voortdurend
oppoken zonder op te branden. Elke dag quasi je laatste glas drinken en je
laatste omhelzing aangaan? Die ultieme energie laat zich niet dag in dag uit
vinden en aanboren, en al helemaal niet wanneer je werkelijk een dodelijke ziekte
hebt en je gestel en gemoed wankelen. Je zal trouwens je kanker verdorie maar
overleven – bezwijk je vervolgens aan de uitputting van permanent leven in fortissimo.
Hier thuis
kunnen we over een en ander meepraten. Negen jaar geleden kreeg mijn Ingrid de
diagnose longkanker. De statistieken gaven haar slechts vijf procent kans op
overleving. Aan dansen en lachen vol vuur kwamen we niet toe door de belastende
behandelingen. De ernst van levensbedreiging liet zich niet wegfeesten.
Wel gingen we er
vaker dan ooit op uit om plezierige, mooie en inspirerende ervaringen op te
zoeken. We waren ervan overtuigd dat de rauwheid van het bestaan alleen te
verteren valt als je die combineert met de tere, zachte, warme, dwaze en
ontroerende aspecten die het leven óók in petto heeft: verspreid over musea, theaters,
restaurants, pleinen in avondschemer en stille kronkelwegen door een leeg groen
land. We ondervonden ook dat al die goede ervaringen de dagen lichter en
inspirerender maakten.
Ingrid bleek tot
de uitzonderlijke overlevers te behoren. Vervolgens kwamen er nieuwe witte
jassen langs, nu bij mij, en opnieuw met bedreigende diagnoses. En ook nu dansen
we niet lachend op de rand van de vulkaan. Maar die cruciale diagnoses maken een
mens wel scherp. Ze openen de zintuigen voor kleuren, geuren, klanken, smaken,
schoonheid, sfeer: belevingen van het nu die des te meer laten verlangen naar
morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten