Het is
eigenlijk een wonderlijk verschijnsel. In een tijdperk dat alle weetjes van de
wereld via smartphone en internet binnen handbereik zijn, verzamelen mensen
zich op afspraak in cafés om zichzelf via een zogeheten pubquiz te testen op
hun parate feitenkennis.
Het is
een uit Engeland overgewaaid verschijnsel. In de jaren tachtig van de vorige
eeuw groeide de pubquiz in de Britse horeca uit tot de publieke variant van het
populaire spel Trivial Pursuit, in
Nederland bekend als Triviant. In een
aantal spelrondes zoeken groepjes kwissers naar antwoorden op vragen als: wat
was de bijnaam van de tweede vrouw van Henry VIII? In Engeland is berekend dat meer
dan twintigduizend kroegen zo’n quiz
night organiseren. Ook in ons land gaan meer en meer cafés er toe over.
Ons
buurtcafé organiseerde al een tijdje een pubquiz. Op een avond schoven we met
een paar straatgenoten aan, eerst wat lacherig, maar al snel gedreven en vast
van plan de overige zes teams te verpulveren. Met zo’n 35 deelnemers was het
maar een bescheiden quiz; elders in de stad schenen wel honderd tot vijfhonderd
man op het kroegspel af te komen. Men strijdt vooral om de eer, want de
hoofdprijs bestaat doorgaans uit een aantal vrije consumpties.
De
wetenswaardigheden waarom het in de quiz draait, worden door de Britten met een
fijn gevoel voor zelfspot trivia –
onbeduidende zaken – genoemd. Het is inderdaad niet van wereldbelang, te weten
wanneer het Suezkanaal werd geopend, hoe de film heet die Meryl Streep haar
derde Oscar opleverde, of welke titels er bij bepaalde muziekfragmenten horen.
En toch lopen de spanning en het fanatisme flink op aan de hangtafels van het
dranklokaal en vieren de winnaars hun zege als een historische triomf.
Op z’n
eenvoudigst is de quiz een onderhoudend spelletje voor volwassenen. Onder die
oppervlakte schuilt een hang naar zelfbevestiging, want wie genoeg antwoorden
op lastige vragen weet, mag zichzelf zien als niet-van-de-straat, als een
ontwikkeld persoon die thuis is geschiedenis, cultuur, sport en actualiteiten,
een klassieke homo universalis kortom. Dat is dezelfde lol die de liefhebbers
van tv-spelletjes als Een tegen 100
of Twee voor Twaalf beleven. Wie niet
weet, die niet wint.
Bij de
eerste quiz in het buurtcafé wonnen we net niet, bij de tweede royaal. Opgetogen
dronken we de prijs – een fles bubbels – leeg en een van ons maakte foto’s en
zette die op Facebook. De volgende dag herinnerde ik me een anoniem gezegde
over kennis. Losse feiten, heette het, zijn nog lang geen kennis; en kennis is
nog lang geen wijsheid. Het stemde me eventjes deemoedig. Maar toen dacht ik:
met wijsheid win je nog geen pubquiz.